MvA wetsvoorstel Auteurscontractenrecht
Memorie van antwoord bij wetsvoorstel Auteurscontractenrecht, Kamerstukken I, 2014-2015, 33 308.
Artikelsgewijze vragen: artikel 2 non-usus De leden van de CDA-fractie stellen de vraag of het absolute karakter van het auteursrecht geweld wordt aangedaan door de non usus-bepaling en het zodoende zou neerkomen op een (opzegbaar) gebruiksrecht, dan wel een voorwaardelijke overdracht. De leden vragen daarbij bijzondere aandacht voor de wetenschappelijke- en educatieve uitgeverij.
Het wetsvoorstel maakt niet dat het auteursrecht verwordt tot een opzegbaar gebruiksrecht, evenmin is er sprake van een voorwaardelijke overdracht. De regeling van artikel 25e Aw (de non usus-regeling) is geënt op de in het commune overeenkomstenrecht gebruikelijke regeling van tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit overeenkomst (artikel 6:265 BW).
Hoofdstuk IA De exploitatieovereenkomst
De leden van de VVD-fractie vragen zich af waarom software niet is uitgezonderd van hoofdstuk 1a.
Zij stellen dat er in de softwarebranche geen aanleiding is om een bestsellerbepaling toe te passen.
De aan het woord zijnde leden merken op dat er in de softwarebranche geen sprake is van een
onevenwichtige relatie tussen contractspartijen. Indien dit zo is, zal er voor een maker in de softwarebranche evenmin aanleiding zijn om de bepalingen van het hoofdstuk 1a in te roepen. Bij
gelijkwaardige verhoudingen zal de vergoeding die betaald wordt immers niet snel als onbillijk te
kwalificeren zijn.
(...)
Artikel 25c (billijke vegoeding)
De leden van de CDA-fractie vragen of, in navolging van jurisprudentie in Duitsland onder billijke
vergoeding moet worden verstaan een 'in een bepaalde branche gebruikelijke vergoeding'. Zij wijzen
op de mogelijke rechtsonzekerheid en risico’s van langlopende procedures indien dit anders zou zijn.
25d (ernstig) onevenredig
De leden van de D66-fractie vragen of de regering kan toelichten waarin bij de
disproportionaliteitsbepaling het verschil en de grens zit tussen onevenredig en ernstig onevenredig.
Voorts vragen zij wie de grens daarvoor legt en of daarvoor de contractsvrijheid bepalend is.
25e exploitatieinspanningen
De leden van de VVD-fractie merken op dat het aan de wederpartij – de afnemer of licentienemer – is
om wel of niet veel inspanningen te verrichten het werk te exploiteren. Zij menen dat de licentienemer
volledig vrij moet kunnen zijn om te bepalen of en wanneer hij welke inspanningen verricht om het
werk te exploiteren. Zij verzoeken de regering hierop te reageren.
25f onredelijk lange termijn
De leden van de D66 fractie vragen wat in het kader van artikel 25f lid 1 wordt bedoeld met een
onredelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn. Artikel 25f lid 1 betreft de vernietigbaarheid van
een beding dat voor een onredelijke lange of onvoldoende bepaalbare termijn aanspraak op de
exploitatie van toekomstige werken van de maker inhoudt.
25fa een kort werk van wetenschap
De leden van de VVD-fractie vragen wat onder het via een amendement in de wet opgenomen artikel
25fa genoemde begrippen 'een kort werk van wetenschap' en ‘redelijke termijn’ moet worden
verstaan.