Gepubliceerd op woensdag 24 oktober 2007
IEF 4957
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Namaak op modelrechtelijke grondslag

Esprit.jpgRechtbank ’s-Gravenhage,17 oktober 2007, KG ZA 07-1168, G-Star International B.V. tegen Esprit Europe B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken uitspraak in kort geding (met plaatjes). Grensoverschrijdende inbreuk op niet-ingeschreven gemeenschapsmodellen. Tevens beroep op auteursrecht en slaafse nabootsing. Compensatie van proceskosten.

Eiseres G-Star heeft acht kledingontwerpen op de markt gebracht: (a) een jas ‘Mash Jacket’ (introductie 2004), (b) een blazer ‘Sniper Blazer’ (2006), (c) een T-shirt ‘Skort’ (2006), (d) een vest ‘Clinter Cardigan’ (2006), (e) een jas ‘Midnight Art Jacket’ (2006), (f) een capuchontrui ‘Tex Hooded Knit’ (2006), (g) een spijkerbroek ‘Core Custom’(2005) en (h) een jas ‘Motor Safety Plus Jacket (2004). G-Star stelt dat Esprit deze collectie heeft nagemaakt en beroept zich met betrekking tot de gehele collectie op haar auteursrecht en slaafse nabootsing en wat betreft de kledingstukken b tot en met g op haar niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrecht. De voorzieningenrechter beoordeelt elk kledingstuk afzonderlijk mede aan de hand van het steeds door Esprit aangegeven zogenaamde ‘Umfeld’ (ook wel ‘de rest van de markt’, IEF).

Niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen
Een model, dat nieuw is en een eigen karakter heeft, wordt gedurende drie jaar met ingang van de datum waarop het model voor het eerst binnen de Gemeenschap voor het publiek beschikbaar is gesteld, als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel beschermd (art. 11 lid 1 GModVo). De kledingontwerpen b, c, e en g van G-Star zijn volgens de voorzieningenrechter nieuw en hebben een eigen karakter, zodat deze als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen bescherming toekomen. De overeenkomsten tussen deze kledingstukken en die van Esprit zijn volgens de rechter van dien aard dat de ontwerpen van Esprit niet kunnen worden gekwalificeerd als zijnde voortvloeiend uit onafhankelijk scheppend werk door een ontwerper van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij het door G-Star geopenbaarde model niet kende, met andere woorden: deze ontwerpen van Esprit zijn namaak in de zin van art. 19 lid 2 GModVo.

Interessant is de overweging van de voorzieningenrechter ten aanzien van het door Esprit aangegeven Umfeld. Het overleggen van via internet gevonden afbeeldingen van oudere ontwerpen van derden blijkt niet afdoende voor het aantonen dat er sprake is van onafhankelijk scheppend werk. “4.7.4. (…) Nu aangenomen moet worden dat in het ontwerpcentrum in elk geval eigen ontwerpen zullen worden gearchiveerd, had Esprit langs die weg aannemelijk kunnen maken dat er sprake was van eigen werk. In plaats daarvan heeft Esprit –naar eigen zeggen - zich beperkt tot dagenlang internetten waarbij zij het Umfeld kennelijk heeft gezocht bij anderen en niet bij haarzelf (…).”

Auteursrecht
Aangezien de jassen (a) ‘Mash Jacket’ en (h) ‘Motor Safety Plus Jacket’, welke in juli 2004 op de markt zijn gebracht, geen bescherming toekomt als niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen beroept G-Star zich op haar auteursrecht. Het beroep op auteursrecht slaagt niet. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zijn deze jassen niet aan te merken als oorspronkelijke werken die het persoonlijk stempel van de maker dragen.

Slaafse nabootsing
Met betrekking tot de kledingstukken b, c, e en g heeft de rechter geoordeeld dat sprake is van namaak. “Wat betreft deze kledingstukken is het beroep van G-Star op slaafse nabootsing zonder belang. Wat betreft de overige kledingstukken geldt dat aannemelijk is dat Esprit zich bij de samenstelling van haar eigen collectie heeft laten inspireren door de overige kledingstukken uit de Collectie van G-Star. Van verwarring is evenwel geen sprake. De vorderingen op grond van slaafse nabootsing zullen daarom worden afgewezen.” (4.13.)
 
Grensoverschrijdend verbod
De voorzieningenrechter beveelt Esprit iedere verdere inbreuk op de exclusieve Gemeenschapsmodelrechten van G-Star te staken en gestaakt te houden in de lid-staten van de Europese Unie, in het bijzonder te staken en gestaakt te houden ieder vervaardigen, inkopen, afbeelden, verkopen, ter verkoop aanbieden, verhandelen, importeren en/of exporteren van de kledingstukken welke zijn nagemaakt van de kledingstukken b, c, e en g van G-Star.

Proceskosten
“4.19. Partijen hebben over en weer de hoogte van de gevorderde proceskosten betwist. De voorzieningenrechter zal aan die discussie voorbij gaan omdat gegeven de intrekking van het merkenrechtelijk deel van de vorderingen, waartegen Esprit wel verweer heeft gevoerd en voorbereid, en de afwijzing van de vorderingen met betrekking tot vier van de acht kledingstukken, geoordeeld moet worden dat compensatie van kosten in dit geval geboden is.”

Lees het vonnis hier.