Artikel ingezonden door Prof. mr. D.J.G. Visser, Visser Schaap & Kreijger
Nederlands Juristenblad: 'Robotkunst en auteursrecht'
Via Visser, Schaap & Kreijger. In dit hoogst relevante artikel wordt een overzicht gegeven van auteursrechtelijke en aanverwante vragen die programma’s zoals DALL-E, Stable Diffusion en ChatGPT oproepen. Visser behandelt in dit artikel de volgende vragen. Hoe zit het met de auteursrechtelijke bescherming voor echte schrijvers en kunstenaars, nu nieuwe technologieën steeds gemakkelijker en massaler teksten en stilstaande beelden kunnen vervaardigen? Is robotkunst (auteursrechtelijk) beschermd? Wanneer maakt een individueel robotkunstwerk inbreuk op auteursrechten van anderen? Wordt er in het samenstellingsproces inbreuk gemaakt door de robot op de auteursrechten van anderen? Wat zijn de gevolgen voor (de ontwikkeling van) deze nieuwe technologieën indien auteursrechthebbenden massaal een tekst- en datamining voorbehoud zullen maken?
De term ‘robot’ verstaat Visser in de zin van ‘een bepaalde toepassing van kunstmatige intelligentie’. De gebruikers van de robot verkrijgen via de robot, na enige vorm van interactie een bepaalde tekst of afbeelding. Indien het product hiervan voor persoonlijke doeleinden wordt gebruikt is er auteursrechtelijk gezien niet zo veel aan de hand. Het kan echter ook zo zijn dat het product openbaar wordt gemaakt. Wat dan?
Robotkunst en auteursrecht roepen volgens Visser enkele vragen op, waaronder:
1. Is robotkunst auteursrechtelijk beschermd?
Indien de tekst of afbeelding van de robot door een computerprogramma is gegenereerd, is dit vermoedelijk niet auteursrechtelijk beschermd, omdat het resultaat van het programma geen blijk geeft van creatieve menselijke keuzes. Tenzij de menselijke betrokkenheid van dien aard is dat de robot als het ware onder menselijke ‘leiding en toezicht’ een tekst of afbelding heeft geproduceerd waarbij de menselijke creativiteit blijkt uit de concrete vormgevingskenmerken van het resultaat. Wanneer en hoe vaak daar sprake van is, is nog lastig te zeggen en zal nog tamelijk casuïstisch zijn. Voorennoemde brengt echter wel bewijstechnische problemen met zich mee. Ook ziet Visser gevolgen voor echte kunst, indien robotkunst niet meer van echt te onderscheiden is. Deze problemen worden uitvoerig in het artikel besproken.
2. Maakt robotkunst inbreuk op auteursrecht van reeds bestaand werk?
Visser merkt op dat de meeste robots tegenwoordig dusdanig geavanceerd zijn dat zij vernuftig genoeg zijn om niet gehele passages uit één tekstuele bron één-op-één over te nemen. Bij afbeeldingen kan de gelijkenis echter op toeval berusten als de totaalindrukken overeenstemmen. Dan zal – indien het resultaat van de robot openbaar gemaakt wordt en niet voor eigen gebruik is – van auteursrechtinbreuk sprake zijn. Opzet is immers niet vereist.
3. Wordt in het samenstellingsproces inbreuk gemaakt door de robot?
Levert het verwerken van het al bestaande en door de robot gebruikte inputmateriaal als trainingsdata een reproductie op, die op grond van het auteursrecht kan worden verboden of waarvoor een schadevergoeding kan worden gevraagd? Visser acht het aannemelijk dat er in het voorbereidende samenstellingsproces sowieso sprake is van een reproductie, omdat dit een zeer ruime definitie betreft.
Ook gaat Visser in dit hoogst interessante artikel in op de kwestie rondom het maken van een eventuele tekst- en datamining voorbehoud door auteursrechthebbenden. Daarnaast wordt ingegaan op robotkunst en de aanverwante rechten zoals het databankenrecht en andere aanverwante rechten die geen creativiteit vereisen. Tot slot gaat Visser in op robotkunst en stijlnabootsing, wat de wetgever zou kunnen doen en wat tenslotte (auteursrechtelijk) wenselijk is.
Het gehele artikel vindt u hier.