Niet duidelijk onderscheidbaar
GvEA, 19 november 2008, zaak T-187/06, Ralf Schräder tegen Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO)
Communautair kwekersrecht. Plantenras SUMCOL 01. Beoordelingsvrijheid CVPO. Afwijzing van aanvraag voor communautair kwekersrecht. Niet-onderscheidbaar kandidaat-ras. De plant bestaat al, kort gezegd.
“61. Dat de gemeenschapsrechter de beoordelingsmarge van de administratie in economische of technische kwesties erkent, neemt echter niet weg dat hij de interpretatie van het bestuur van gegevens van die aard mag toetsen. (…) In het kader van dit toezicht mag hij zijn beoordeling op economisch of technisch vlak echter niet in de plaats stellen van de beoordeling van de administratie
(…) 63. In casu is de beoordeling of een plantenras onderscheidbaar is volgens de criteria van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 2100/94, een wetenschappelijk en technisch ingewikkelde beoordeling zodat een beperking van de omvang van het rechterlijke toezicht te rechtvaardigen is.
71. Aangaande de vraag of het referentieras van van Jaarsveld wel degelijk verschilt van het kandidaat-ras SUMCOL 01, blijkt uit het eindrapport van het Bundessortenamt dat tussen beide rassen verschillen werden vastgesteld volgens 3 van de 26 vergelijkingscriteria die bij het technische onderzoek in aanmerking zijn genomen, conform de normen van de UPOV: de hoogte van de planten, de breedte van het blad en de lengte van de buis van de bloemkroon. Bovendien heeft Heine ter terechtzitting voor de kamer van beroep uitgesloten dat deze verschillen kunnen worden toegeschreven aan milieufactoren. Volgens haar zijn deze verschillen wel degelijk het gevolg van genotypische factoren. Volgens deze beoordeling is het logische besluit dat het kandidaat-ras en het referentieras niet hetzelfde ras vormen.
(…) 73. Gelet op de ruime beoordelingsvrijheid waarover het CPVO beschikt bij ingewikkelde plantenkundige beoordelingen, volstaan de door verzoeker tot staving van zijn betoog aangevoerde gegevens echter niet als bewijs dat het Bundessortenamt en vervolgens het CPVO alsmede de kamer van beroep van het CPVO blijk hebben gegeven van een kennelijke beoordelingsfout die een grond tot vernietiging van het bestreden besluit kan zijn.
(…) 127. Zoals blijkt uit het onderzoek van het eerste middel, kon de kamer van beroep uit de elementen waarover zij beschikte, op goede gronden afleiden dat het ras SUMCOL 01 niet duidelijk kon worden onderscheiden van een referentieras dat op het tijdstip van indiening van de aanvraag algemeen bekend was. (…).
Lees het arrest hier.