Gepubliceerd op woensdag 20 september 2017
IEF 17116
Rechtbank Midden-Nederland ||
20 sep 2017
Rechtbank Midden-Nederland 20 sep 2017, IEF 17116; ECLI:NL:RBMNE:2017:4775 (Deejay tegen Spinnin Records), https://delex.nl/artikelen/niet-spinnin-records-maar-martin-garrix-zelf-is-aan-te-merken-als-fonogrammenproducent

Niet Spinnin Records maar Martin Garrix zelf is aan te merken als fonogrammenproducent

Rechtbank Midden-Nederland 20 september 2017, IEF 17116; ECLI:NL:RBMNE:2017:4775 (Deejay tegen Spinnin Records) Eiser is een 21-jarige deejay en bracht de track Animals uit dat zorgde voor zijn grote doorbraak. De deejay stelt dat hij met betrekking tot deze en 22 andere tracks de fonogrammenproducent in de zin van de wet op naburige rechten is. De rechtbank oordeelt dat de deejay zelf als fonogrammenproducent is aan te merken, aangezien hij zelf de eerste vastlegging van zijn nummers verzorgd en de kosten daarvan heeft gedragen. Hij deed dat thuis op zijn eigen apparatuur en instrumenten. Met dit gehele opnameproces, de feitelijke vastlegging van het nummer, had Spinnin geen bemoeienis. De productieovereenkomsten 2012 en 2013 zijn vernietigd op grond van dwaling. De overeenkomsten zijn afgesloten op grond van de door Spinnin en MAS in 2012 gewekte indruk dat zij professioneel genoeg waren om op een goede wijze om te gaan met de belangen van de deejay, ook als er een belangenverstrengeling zou voordoen tussen MAS als manager van eiser en Spinnin als platenmaatschappij, deze indruk bleek onjuist.

5.34. [eiser] stelt dat hij met betrekking tot de bij 3.1 (A.) onder 8a. tot en met x. genoemde tracks als fonogrammenproducent in de zin van de wet op de naburige rechten (verder ook: de WNR) is aan te merken. Ter onderbouwing van deze stelling voert [eiser] onder meer het volgende aan. Hij (en niet Spinnin) heeft de kosten voor de vervaardiging van iedere track op zich genomen. Dit wordt bevestigd door de productieovereenkomsten waaruit volgt dat [eiser] alle kosten voor uitvoerende kunstenaars, co-producers, studiokosten en andere kosten die verband houden met de productie van een track dient te dragen (zie 2.12.3 en 2.16). [eiser] heeft dat ook gedaan. Hij heeft de tracks namelijk gemaakt op zijn zolderkamer, of in een studio die hij zelf had gehuurd, met apparatuur die hij zelf had gekocht en betaald. Dit geldt ook voor zijn doorbraak-hit “Animals’. Die track, en ook de andere, zijn bovendien origineel (niet een combinatie van bestaande tracks) en zijn ook door [eiser] zelf of op zijn kosten gemasterd.

5.47. Uit de algemene beschouwingen die hiervoor zijn gegeven kan worden vastgesteld dat de Europese wetgever met het naburig recht van de fonogrammenproducent bescherming heeft willen bieden aan de partij die de investeringen doet voor de eerste vastlegging van een opname. Of anders gezegd: degene die het financiële risico draagt van de kosten die gemoeid zijn met de eerste vastlegging van een opname, komt dat naburig recht toe. Dit risico betekent dat de partij die in de eerste vastlegging van een opname investeert, zijn geld kwijt is als die opname geen succes wordt of die investering niet terugverdient als de platenmaatschappij besluit niet tot exploitatie over te gaan. Dit betekent dat alle andere kosten die gemoeid gaan met het tot stand komen van een muzieknummer en de promotie en exploitatie daarvan in beginsel geen rol spelen bij de beantwoording van de vraag of een bepaalde partij als fonogrammenproducent moet worden aangemerkt.

5.48. Zowel in de processtukken als ter comparitie hebben partijen zich uitgelaten over de wijze van totstandkoming van een bepaalde track en de vraag wie de kosten van de opnames van de eerste vastlegging van de verschillende tracks heeft gefinancierd. Uit de in dit verband door partijen verwoorde stellingen, die veelal op de doorbraak-hit ‘Animals’ betrekking hebben, kunnen de volgende feiten en omstandigheden als onbetwist en dus als vaststaand worden aangenomen:
[eiser] begint met het componeren van een track vaak vanuit een op zijn gitaar gespeeld melodietje of bepaalde akkoorden of een bepaalde songtekst. Soms wordt daaraan een geluidseffect door hem toegevoegd. De instrumenten worden door [eiser] zelf bespeeld en direct opgenomen en soms wordt er ook een muzikant ingehuurd. Met betrekking tot het nummer Animals geldt meer specifiek dat hij op enig moment (liggend in bed) een bepaald melodietje in zijn hoofd had en dat hij dit melodietje via een midi-keyboard op zijn computer heeft opgenomen. De op de computer vastgelegde (midi)noten zijn via plug-ins door hem verder bewerkt en afgespeeld. Aan de aanvankelijk eerste laag van de synthesizer zijn door [eiser] meerdere lagen en geluidseffecten toegevoegd en bewerkt. De percussie in het nummer is zelf door hem opgenomen door middel van een drumkit. In het nummer Animals zijn geen bestaande nummers gebruikt. Naast eigen gecompenseerde geluidseffecten heeft hij gebruik gemaakt van toevoegingen afkomstig van bepaalde sampletracks (o.a. de drop, kicks, sweeps en build-ups).
Tijdens het creatieproces van een nummer liet [eiser] de ruwe versie vaak aan een aantal derden horen en ook aan Spinnin. De feedback van Spinnin kreeg [eiser] met name van [F] (creatief werknemer bij Spinnin). Het geven van feedback gebeurde onder meer tijdens telefoongesprekken en meetings bij Spinnin die iedere maand of om de maand plaatsvonden. De inbreng tijdens deze feedback-sessies combineerde [eiser] met de inbreng van anderen, waaronder bijvoorbeeld ook [M] . Daarna paste [eiser] het nummer zelf op zijn computer aan en ontstond er weer een nieuwe versie. Soms maakte [eiser] ook gebruik van een opnamestudio waarvan hij de kosten zelf betaalde of leende hij van de studio professionele microfoons voor eigen opnames bij hem thuis. Na verloop van tijd heeft [eiser] meer apparatuur zelf aangeschaft.
Als [eiser] van mening was dat een bepaalde track af was, masterde hij de track zelf of liet hij dat op eigen kosten door een derde doen (masteren (of afmixen) houdt in dat de verschillende geluiden en instrumenten in een nummer op elkaar worden afgestemd zodat die allemaal voldoende tot hun recht komen). Hierna maakte [eiser] van de track een mp3-bestand en stuurde dat naar Spinnin. Soms was dat nog niet de uiteindelijke versie, omdat er naar aanleiding van een opmerking van Spinnin of van een derde door [eiser] nog een aanpassing aan het nummer werd gedaan.
Als Spinnin het nummer goedkeurde, ging Spinnin aan de slag met de exploitatie van de finale versie van dat nummer. Deze exploitatie hield in dat Spinnin (1) onderhandelde en contracten sloot met derden als die een (auteursrechtelijke) bijdrage aan het nummer hadden geleverd, (2) een remix van het nummer ten behoeve van de radio maakte, (3) (verdere) promotie ten behoeve van televisie en radio uitvoerde, (4) haar best deed om het nummer op allerlei playlisten op internet en spotify te krijgen, (5) de content van het you-tube kanaal/videokanaal van Spinnin (17 miljoen volgers) aanvulde met de platenhoes, songteksten, video’s etc. van het nummer (6) contacten in het buitenland aanboorde en (7) allemaal andere werkzaamheden uitvoerde die van het nummer in kwestie een succes zou kunnen maken.

5.49. Deze feitelijke gang van zaken in samenhang met het hiervoor omschreven algemeen juridisch kader rechtvaardigt de conclusie dat [eiser] als fonogrammenproducent van de 23 tracks is aan te merken. Het is namelijk [eiser] geweest die de eerste vastlegging van zijn nummers heeft verzorgd en de kosten daarvan heeft gedragen. Of in de woorden van het Verdrag van Rome en WPPT te spreken: [eiser] verzorgde de eerste vastlegging van zijn nummers, nam het initiatief daarvoor en was daarvoor verantwoordelijk. Dit volgt al uit het feit dat de gehele opname (vastlegging) van een nummer door [eiser] zelf werd gedaan. Hij deed dat thuis op zijn eigen apparatuur en met zijn eigen instrumenten. Ook de uiteindelijke mastering van de finale versie van het nummer werd door hemzelf of op zijn kosten gedaan. Met dit gehele opnameproces, dat wil zeggen de feitelijke vastlegging van het nummer, had Spinnin geen bemoeienis. Ook volgens de definities van de WNR, die dus conform het bepaalde in het verdrag van Rome en WPPT moeten worden uitgelegd, is [eiser] als producent van zijn fonogrammen te beschouwen. Hij nam de geluiden van de nummers immers op en vervaardigde de finale versie van het nummer, welke finale versie vervolgens kon dienen om gereproduceerd en openbaar gemaakt te worden.

5.94. De rechtbank begrijpt dat [eiser] ook met betrekking tot de overeenkomsten van 2013 als voornaamste reden voor het beroep op dwaling aanvoert dat deze overeenkomsten zijn afgesloten op grond van de door Spinnin en MAS in 2012 gewekte indruk dat zij professioneel genoeg waren om op een goede wijze om te gaan met de belangen van [eiser] , ook als er zich een belangenverstrengeling zou voordoen tussen MAS als manager van [eiser] en Spinnin als platenmaatschappij, en dat deze indruk niet juist is gebleken. Die onjuist gebleken indruk bestond nog steeds bij het aangaan van de overeenkomsten van 2013, aldus steeds [eiser] .

5.104. De rechtbank oordeelt als volgt. Uit het feit dat [eiser] de vordering van € 2.000.000,- onderbouwt met een verwijzing naar de opbrengst van de track Animals in de periode 17 juni 2013 tot 30 juli 2015, begrijpt de rechtbank dat deze vordering ex artikel 25d Aw gebaseerd is op de - in zijn ogen te lage - vergoeding die hij onder de producentenovereenkomsten 2012 en 2013 heeft ontvangen. Dit blijkt ook uit de onderbouwing die [eiser] geeft van wat hij een billijke vergoeding vindt. Bij die onderbouwing verwijst [eiser] namelijk onder meer naar het percentage (50%) dat in de overeenkomst van 1 december 2015 is afgesproken en stelt hij dat een redelijke vergoeding dus tenminste 50% zou moeten zijn. Ook hieruit lijdt de rechtbank af dat [eiser] een bedrag van € 2.000.000,- vordert op grond van de productieovereenkomsten van 2012 en 2013 (en dus niet ook ingevolge de overeenkomst 1 december 2015). Dat dit anders gelezen zou moeten worden, is door [eiser] niet gesteld en evenmin gebleken.