9 apr 2019
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD
Niet vermelden van hoeveelheid werkzame stof in product is misleidend
Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 mei 2019, IEF 18450, RB 3311, LS&R 1705; ECLI:NL:RBAMS:2019:3386 (Monster tegen Bang en Lucky Vitamin) Monster is de Ierse dochtervennootschap van Monster Beverage, een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Monster. VPX is een Amerikaans bedrijf in de productie en verkoop van energiedranken onder de merknaam Bang. De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen jegens overige partijen LuckyVitamin, X en Predator kennis te nemen. Het geschil tussen Monster en Bang is uitgebreider inhoudelijk behandeld. Monster stelt onder andere dat op grond van onrechtmatige uitingen sprake is van oneerlijke handelspraktijken en van misleidende reclame, in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub a BW. Het is Bang wel toegestaan een vergelijking te maken tussen haar suikervrije energiedrank en tal van andere energiedranken die wel suiker bevatten. De vergelijking overdrijft op een manier die gebruikelijk is in reclame voor energiedranken. Bang moet de verkoop van producten waarbij prominent op de verpakking L'Arginine staat afgebeeld staken en gestaakt te houden.
4.8. Bang B.V. is prominent het ingrediënt L-Arginine vermeld. (...) Hierdoor ontstaat bij de consument de indruk dat dit ingrediënt in relevante mate in het product is verwerkt en dat dit een positief effect heeft op het lichaam van de consument. Bang B.V. heeft niet weersproken dat uit wetenschappelijk onderzoek (productie 10 van Monster) is gebleken dat de hoeveelheid L-Arginine in het product van Bang is vastgesteld op 17,4 mg per liter, terwijl tenminste een dosis van 2000 mg (dus meer dan 200 blikken) per dag voor een periode van 45 dagen moet worden ingenomen, voordat men enig profijt kan hebben van dit supplement (...). Op grond van artikel 6:195 3W had van Bang B.V. mogen worden verwacht dat zij in dit kort geding de prominente vermelding van het woord “L-Arginine” zou rechtvaardigen, dan wel de suggestie die daarin is vervat aannemelijk zou maken. Dit heeft zij niet gedaan. Haar verweer is er enkel op gericht dat het gebruik van de “claim” niet strijdig is met de Claimsverordening. De prominente vermelding van het woord “L-Arginine”, zonder daarbij te vermelden hoeveel van die stof zich in het product bevindt, is dan ook misleidend in de zin van artikel 6:194 lid 1 sub a BW en vormt een oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 6:193c lid 1 sub b 3W (misleidend ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product). Dit zal Bang B.V. dan ook worden verboden.
4.12. Op grond van artikel 6:194a 3W is vergelijkende reclame (onder meer) geoorloofd indien die reclame niet misleidend is en/of zich niet kleinerend uitlaat over de concurrent (zie lid 2 onder a en e van dat artikel). In dit kader maakt Monster bezwaar tegen de volgende uiting van Bang B.V. op haar website: BANG Energy drinks are not your stereotypical high sztgar, (...) sucking soda masquerading as an energy drink! High sugar drinks spike blood sugar (...) crash harder than a test dummy into a brick wall. Het moet Bang B.V. echter zijn toegestaan een vergelijking te maken tussen haar suikervrije energiedrank en tal van andere energiedranken die wel suiker bevatten.
De vergelijking is zo bedoeld en zal ook zo door de gemiddelde consument worden opgevat. De vergelijking overdrijft op een manier die gebruikelijk is in reclame voor energiedranken. Ook dit zal op deze wijze door de gemiddelde consument worden
opgevat. Ten slotte is de vergelijking niet zodanig kleinerend dat dit een verbod zou rechtvaardigen.De verstekzaak tegen Predator
4.16. Bij gebreke van enig verweer wordt bevoegdheid aangenomen op de door Monster gestelde gronden. Een vordering is bij verstek toewijsbaar indien die vordering niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Aangezien Monster ter zitting zelf heeft gesteld dat Predator niet langer producten van Bang in de EU distribueert en aangezien uit de door Monster als productie 5a in het geding gebrachte screenshots van de website van Predator niet volgt dat Predator zich schuldig maakt of heeft gemaakt aan de gewraakte (reclame)uitingen, komen de vorderingen tegen ongegrond voor.