5 okt 2022
Nieuwe bakfiets maakt geen inbreuk op auteursrecht
Vzr. Rb. Amsterdam 5 oktober 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5698 (Azor tegen SUM) Azor en SUM zijn beide producenten van bakfietsen. Bij kort geding van 18 november 2020 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat Azor met de Shepherd auteursrechtinbreuk pleegt op de Family van SUM [zie IEF 19590]. Azor is voornemens een nieuwe bakfiets op de markt te brengen en heeft SUM in september 2021 foto's gestuurd met de vraag of zij met de nieuwe bakfiets voldoende afstand neemt van de Family van SUM. In december 2021 heeft SUM bericht dat Azor het vonnis van 18 november 2020 overtreedt. Azor vordert schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 18 november 2020 en SUM te verbieden om rechtsmaatregelen te treffen ten aanzien van de nieuwe bakfiets. Azor stelt hiertoe dat SUM ten onrechte stelt dat sprake is van een overeenstemmende totaalindruk tussen de nieuwe bakfiets van Azor en de Family van SUM. SUM heeft niet concreet gemaakt welke elementen zouden overeenstemmen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Azor toe.
4.5. Hiertoe wordt overwogen dat de bak het meest in het oog springende onderdeel is van een bakfiets, zoals ook is geoordeeld door de voorzieningenrechter in Den Haag. De eerste twee kenmerkende elementen die de voorzieningenrechter in Den Haag heeft vastgesteld hebben ook betrekking op de bak. Het gaat dan – kort gezegd – om het frame van ronde buizen bovenaan de bak met, vanaf de zijkanten gezien, de kenmerkende bolling èn om de aluminium strip aan de onderzijde van de zijkanten van de bak. Azor heeft de ronde buizen vervangen door een platte strip zonder de kenmerkende bolling. Weliswaar bevindt zich in die platte strip nog een hele lichte knik, maar die knik is met het blote oog amper waarneembaar. De lichte knik is eigenlijk alleen waarneembaar indien met de hand over de strip wordt gestreken. De aluminium strip aan de onderzijde van de zijkanten van de bak komt in de Nieuwe bakfiets niet terug. Nu die kenmerkende elementen in de Nieuwe bakfiets niet langer voorkomen, wordt met de Nieuwe bakfiets het vonnis van 18 november 2020 niet overtreden. Doel en strekking van dat vonnis is om te voorkomen dat Azor profiteert van het (populaire) ontwerp van de Family. Gezien de andere totaalindruk tussen de Family (en de Shepherd) enerzijds en de Nieuwe bakfiets anderzijds zal hiervan geen sprake zijn. Het zou in dit geval dan ook onredelijk zijn van Azor meer inspanningen en zorgvuldigheid te vergen, dan zij thans in het ontwerp van de Nieuwe bakfiets heeft betracht. Van Azor kan niet worden gevergd dat zij een totaal nieuw ontwerp van de bak maakte, zoals SUM heeft betoogd, voldoende is dat zij het bestaande ontwerp van de Shepherd op een aantal wezenlijke punten heeft aangepast. Bij het oordeel dat sprake is van een andere totaalindruk is verder van belang dat Azor voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat voor de stevigheid van de constructie èn om te voorkomen dat het EPP-materiaal gemakkelijk beschadigd raakt een metalen frame aan de bovenkant van de bak technisch bepaald is. SUM heeft ter zitting erkend dat ook haar buizen frame niet alleen een esthetische maar ook een technische functie heeft. Gezien de technische bepaaldheid is de keuzevrijheid voor Azor om al dan niet gebruik te maken van een metalen frame aan de bovenkant van de bak beperkt. Met andere woorden, het is technisch gezien voor Azor niet aanvaardbaar om het frame aan de bovenkant van de bak in zijn geheel weg te laten om op die manier voldoende (of meer) afstand van het ontwerp van de Family te bewerkstelligen. Tenslotte maakt de Nieuwe bakfiets een ietwat ‘gehoekte’ indruk, waar de Family vloeiende lijnen heeft, zoals beschreven in het vonnis van de rechtbank Den Haag. Het lijnenspel is wezenlijk gewijzigd.
4.9. Azor heeft als productie 18 een lijst in het geding gebracht met 16 verschillen tussen de Family en de Nieuwe bakfiets. De meest in het oog springende verschillen zijn de volgende:
- de Family heeft een buizen frame aan de bovenkant van de bak, het frame bij de Nieuwe bakfiets bestaat grotendeels uit een platte strip in de kleur van de bak en niet in de kleur van het frame van de Nieuwe bakfiets;
- de Family kent aan de zijkanten van dat frame een duidelijk zichtbare bolling, de Nieuwe bakfiets kent op die plek een amper met het oog waarneembare lichte knik;
- de neus van de bak van de Family is vlak en recht, de neus van de Nieuwe bakfiets is veel groter, naar beneden gericht en niet vlak;
- het buizen frame aan de bovenkant van de bak van de Family mondt aan de voorkant van de bak uit in twee reflectoren, dit element is bij de Nieuwe bakfiets in zijn geheel afwezig;
- de Family heeft een brede rechthoekige strip aan de onderzijde van de zijkanten van de bak, de Nieuwe bakfiets heeft geen strip of mogelijk een veel smallere strip die in een punt toeloopt en dezelfde kleur heeft als de bak, ook als het frame van de Nieuwe bakfiets een afwijkende kleur heeft (zie ook onder r.o. 4.6 van dit vonnis);
- de Nieuwe bakfiets heeft een opvallende uitstekende rand aan de onderzijde van de bak die kan worden gebruikt als opstapje, bij de Family ontbreekt deze rand;
- de Family heeft een inkeping aan de onderzijde van de bak (om in te kunnen stappen), bij de Nieuwe bakfiets ontbreekt deze inkeping;
- de voorzijde van de Family kent een opvallende omgekeerde V-vorm die bij de Nieuwe bakfiets ontbreek;
- het frame van de Family bestaat overwegend uit afgeronde gebogen elementen, het frame van de Nieuwe bakfiets bestaat uit rechte lijnen, zodat dat frame hoekiger oogt;- de gelijkenis van de vorm van de bak kan aan Azor niet worden tegengeworpen, omdat zij de eerste met deze lange, taps toelopende vorm van de bak was en SUM die vorm nagenoeg heeft gekopieerd.
Op grond van de hiervoor genoemde verschillen wijkt de totaalindruk van de Nieuwe bakfiets voorshands voldoende af van die van de Family, zodat in dit geval niet van een auteursrechtinbreuk kan worden gesproken. Vordering II ligt dan ook voor toewijzing gereed.