21 feb 2018
Nog geen overeenkomst voor licentie op fotobehang Nelson Mandela
Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 21 februari 2018, IEF ; ECLI:NL:RBMNE:2018:719 (Nelson Mandela-foto) Totstandkoming overeenkomst. Eiseres exploiteert een online databank met meer dan 30 miljoen beelden. Eiseres stelt dat zij op verzoek van gedaagde een licentie heeft bedongen bij de rechthebbende op een foto van Nelson Mandela en deze foto inclusief licentie aan gedaagde heeft geleverd. Gedaagde heeft interesse getoond, daarbij heeft ze kenbaar gemaakt de foto te gebruiken voor fotobehang voor een wand, ze vraagt hoe eiseres het beeld aanlevert en geeft de aanleverspecificaties voor de fotowand. Deze vraag staat nog open op het moment dat het bestand wordt toegestuurd. Ook staat de vraag nog open naar de prijs. Partijen hadden weliswaar overeenstemming bereikt over een (maximale) prijs van € 1.250,00 en gedaagde had aan eiseres al haar gegevens gestuurd ten behoeve van de facturatie, maar daaruit kan op zichzelf geen wil tot aanvaarding van het aanbod worden afgeleid.
2.10. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit de hiervoor weergegeven gang van zaken niet worden afgeleid dat er wilsovereenstemming is bereikt tussen partijen over het door [eiseres] bewerkstelligen van een licentie op de door [B] gemaakte foto van Mandela tussen (het agentschap van) [B] en [gedaagde] en over het digitaal leveren van die foto aan [gedaagde] tegen betaling van een bedrag van € 1.250,00 exclusief btw. Die wilsovereenstemming kan pas worden aangenomen als er sprake is van een verklaring of gedraging van [gedaagde] waaruit haar wil blijkt tot het sluiten van de overeenkomst conform het aanbod van [eiseres] of als er sprake is van een situatie waarin [eiseres] op basis van een verklaring of gedraging van [gedaagde] redelijkerwijs heeft mogen begrijpen dat [gedaagde] dat wilde.
2.11. [gedaagde] heeft interesse getoond in twee van de door [eiseres] op haar website aangeboden beelden van Mandela, te weten een door [B] gemaakte foto met nummer [nummer] en een foto met nummer [nummer] . Daarbij heeft [gedaagde] aan [eiseres] kenbaar gemaakt dat zij de bedoeling had om een foto van Mandela te gebruiken voor fotobehang voor een wand op haar kantoor. Nu dit doel haar bekend was, had [eiseres] zich kunnen en moeten realiseren dat de (technische) specificaties van de beelden voor [gedaagde] van essentieel belang waren. Dit omdat de bruikbaarheid van een beeld voor fotobehang onder meer afhangt van de hoogte van de beeldresolutie. De afmetingen en de beeldresolutie van de door [B] gemaakte foto van Mandela stonden niet op de website vermeld. In haar e-mail van 13 januari 2017 heeft [gedaagde] [eiseres] gevraagd hoe zij het beeld aanlevert en een document met aanleverspecificaties voor de fotowand bijgevoegd. Uit niets blijkt dat [eiseres] daarop de gevraagde informatie heeft gegeven dan wel aan [gedaagde] te kennen heeft gegeven dat zij niet aan dat verzoek kon voldoen. Deze vraag stond dus nog open op het moment dat [eiseres] het bestand met de door [B] gemaakte foto aan [gedaagde] toestuurde. Daarbij komt dat [gedaagde] in haar e-mail van 6 januari 2017 aan [eiseres] heeft laten blijken dat zij nog twijfelde tussen de door [B] gemaakte foto en het beeld met nummer [nummer] en aan [eiseres] heeft gevraagd naar de prijs van dat beeld. Uit niets blijkt dat [eiseres] op deze vraag heeft gereageerd. [gedaagde] was dus ook nog in afwachting van deze informatie op het moment dat [eiseres] het bestand met de door [B] gemaakte foto aan [gedaagde] toestuurde.
2.12. Onder deze omstandigheden heeft [eiseres] redelijkerwijs niet mogen begrijpen dat [gedaagde] al akkoord was gegaan met haar aanbod tot het sluiten van een overeenkomst van (sub)licentiëring met betrekking tot de door [B] gemaakte foto tegen betaling van een bedrag van € 1.250,00. Partijen hadden weliswaar overeenstemming bereikt over een (maximale) prijs van € 1.250,00 en [gedaagde] had aan [eiseres] al haar gegevens gestuurd ten behoeve van de facturatie, maar daaruit kan op zichzelf geen wil tot aanvaarding van het aanbod worden afgeleid. Ter zitting heeft [A] verklaard dat hij deze gegevens alvast had gestuurd, omdat hij volledig wilde zijn met het oog op de mogelijk goede afloop van de lopende onderhandelingen. Uit het feit dat [gedaagde] het toegestuurde bestand heeft gebruikt voor het maken van een proefdruk, kan ook geen aanvaarding van het aanbod worden afgeleid. Dit is immers geen gebruik van de foto op de wijze waarin de beoogde licentie voorzag. Feitelijk is het de manier geweest waarop [gedaagde] zich heeft vergewist van de technische specificaties van het beeld. Die informatie had zij nodig om te kunnen besluiten over het al of niet aangaan van een overeenkomst met betrekking tot een van de door haar geselecteerde beelden.
Afbeelding ter illustratie via: CC-BY lasanta.com.ec (niet de betreffende afbeelding)