Ondanks schikking gaat HR vragen over proceskostenvergoeding beantwoorden
HR lopende zaak (Wieland tegen GIA systems)
Uit persbericht: Hoewel partijen de zaak [zie eerder IEF 15098] inmiddels hebben geschikt, heeft de Hoge Raad besloten de vragen toch te beantwoorden (art. 393 lid 9 Rv). De vragen stellen aan de orde of/wanneer na intrekking van een kort geding aanleiding bestaat tot het toekennen van een proceskostenvergoeding. Derden kunnen tot 4 januari 2016 verzoeken gelegenheid te krijgen schriftelijke opmerkingen in te dienen. Ze moeten daarvoor een advocaat bij de Hoge Raad inschakelen (art. 393 lid 2 en 3 Rv).
Ze kunnen als volgt worden samengevat:
1. Zijn de artikelen 125-127 resp. 249-250 Rv van (overeenkomstige) toepassing in KG?
2. Hoe verhouden die bepalingen zich in dat geval tot elkaar?
3. Hoe moet art. 249 lid 2 Rv worden toegepast?
4. Maakt het verschil of het gaat om 1019h Rv?
5. Is griffierecht verschuldigd?
6. Gelding van art. 9 Procesreglement; is overgangsrecht nodig?