Ongecorrigeerd stenogram
Ongecorrigeerd stenogram. (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend). Tweede Kamer, 25ste vergadering, Woensdag 23 november 2005
De heer Rouvoet (ChristenUnie): “Dan kom ik bij een heel ander punt, het leenrecht van kleine bibliotheken. Het is even schakelen, ik herken dat. Het kan toch niet zo zijn dat kleine bibliotheken, vaak op het platteland en vaak drijvend op vrijwilligers, een geweldige naheffing krijgen. De minister zegt nu dat er wel een betalingsregeling getroffen kan worden voor deze bibliotheken, die vaak op specifieke doelgroepen gericht zijn. Dat is sympathiek, maar onbevredigend. Op dit punt zal collega Van der Staaij zo dadelijk mede namens mij een motie indienen. Ik verwijs graag naar zijn toelichting, dan scheelt het hem een paar seconden en niet mij.”
De heer Van der Staaij (SGP): “In het wetgevingsoverleg heb ik de aandacht gevraagd voor de positie van vrijwilligersbibliotheken. In zijn beantwoording gaat de minister onvoldoende op de eigenlijke problematiek in. Met het treffen van een betalingsregeling alleen blijft er een disproportionele last op die bibliotheken drukken. Vandaar dat ik hierover de volgende motie indien.”
“De Kamer, gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een groot aantal kleinere niet-openbare bibliotheken die zich richten op een specifieke doelgroep in hun bestaan worden bedreigd door de vordering van leenrechtvergoedingen, die bovendien met terugwerkende kracht plaatsvindt;
overwegende dat deze bibliotheken hierdoor onevenredig zwaar worden getroffen, mede omdat zij werken met vrijwilligers en zij veelal niet gesubsidieerd worden;
verzoekt de regering te bevorderen dat hiervoor een oplossing wordt gevonden door verruiming van het vrijstellingenbeleid, dan wel het schrappen van terugwerkende kracht onder waarborging van gelijkwaardige toegang tot subsidiemogelijkheden als openbare bibliotheken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Staaij en Rouvoet. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 50 (30300-VI).”