Gepubliceerd op woensdag 17 december 2014
Ongefundeerde en onjuiste beschuldingen over universitair docent rondgestuurd
Gemeenschappelijk HvJ 24 januari 2014, IEF 14481 (appellant tegen Universiteit van de Nederlandse Antillen)
Mediarecht. Lichtvaardige beschuldiging. Hoor & wederhoor. Geschil betreft ontzegging van toegang van appellant tot de universiteit. Appellant had ongefundeerde en onjuiste beschuldigingen verstuurd over docent aan rector, de Raad van Toezicht, Minister en 22 studenten. Vervolgens heeft hij geweigerd daarover met rector in gesprek te gaan. Hof bevestigt vonnis.
Overwegingen.
Aan de beschikking van 26 april 2012 heeft de Raad van Toezicht ten grondslag gelegd dat de rector terecht heeft geoordeeld dat appellant de orde en de rust in de universiteit heeft verstoord. Hij heeft aan de rector, de Raad van Toezicht, de minister van Onderwijs en 22 studenten
e-mailberichten verstuurd, inhoudende de ongefundeerde en onjuiste beschuldigingen aan het adres van een docent dat zij psychopaat is, in Suriname voor een misdrijf is veroordeeld en geen juridische opleiding heeft afgerond. Vervolgens heeft hij geweigerd daarover met de rector in gesprek te gaan, zodat een patstelling is ontstaan die de kwaliteit van het onderwijs zou kunnen beïnvloeden, aldus de Raad van Toezicht.
4.1. Ook dat betoog faalt. Het Gerecht heeft met juistheid in het in beroep aangevoerde geen grond gevonden voor het oordeel dat de Raad van Toezicht ten onrechte van de rector heeft aangenomen dat appellant de orde in de universiteit heeft verstoord. Daartoe heeft het terecht in aanmerking genomen dat de beschuldigingen aan het adres van de docent verstrekkend zijn en appellant, alvorens de e-mailberichten te verspreiden, geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om bij de decaan een klacht over die docent in te dienen en vervolgens heeft geweigerd over de door hem geuite beschuldigingen met de rector te spreken.