Ongeschikt voor één rechter
Kantonrechter Rechtbank Alkmaar 16 november 2011, LJN BU6768 (Dobla tegen Chocolate King B.V.)
In navolging van IEF 9635. Procesrecht. Auteursrecht, herkomstfunctie. Slaafse (onrechtmatige) nabootsing. Bevoegdheid kantonrechter. Op grond van artikel 98 Rv wordt de zaak verwezen naar de meervoudige kamer van de sector civiel vanwege de ingewikkeldheid van de zaak. Verzet tegen volledige verwijzing naar meervoudige kamer wordt gepasseerd.
3.1De vordering van eiseressen is gebaseerd op zowel schending van auteursrecht c.q. onrechtmatige daad als op schending van arbeidsrechtelijke bedingen aangaande gedaagden sub 2 en 3.
Daarmee is de zaak terecht aangebracht bij de kantonrechter. Immers, de kantonrechter is bevoegd inzake de vordering tegen gedaagden sub 2 en 3, terwijl hij op grond van de hechte samenhang met de vordering tegen gedaagde sub 1 ook die zaak zou mogen behandelen.
Echter, de kantonrechter is met eiseressen van oordeel dat de zaak ongeschikt is voor de behandeling en beslissing door één rechter, zodat hij de zaak op grond van art. 98 Rv jo art. 15 lid 2 Rv en art. 71 lid 1 Rv zal verwijzen naar een meervoudige kamer van de sector civiel van deze rechtbank.
Weliswaar verzetten gedaagden zich tegen (volledige) verwijzing van de zaak naar de (meervoudige kamer van) sector civiel, maar de kantonrechter passeert dit verweer, omdat naar zijn oordeel er sprake is van een dusdanige samenhang van de vorderingen tegen enerzijds gedaagde sub 1 en anderzijds gedaagden sub 2 en 3 dat uit proceseconomisch oogpunt en ter voorkoming van tegenstrijdige beslissingen verwijzing naar de meervoudige kamer juist voorkomt.