Gepubliceerd op woensdag 19 mei 2021
IEF 19956
Hof Den Haag ||
6 apr 2021
Hof Den Haag 6 apr 2021, IEF 19956; ECLI:NL:GHDHA:2021:566 (Appellant tegen DVR Warehousing), https://delex.nl/artikelen/onnodig-delen-van-stukken-leidt-tot-schending-geheimhouding-en-auteursrechten

Onnodig delen van stukken leidt tot schending geheimhouding en auteursrechten

Hof Den Haag 6 april 2021, IEF 19956; ECLI:NL:GHDHA:2021:566 (Appellant tegen DVR) Appellant heeft een overeenkomst van opdracht met DVR voor het beschrijven van de bedrijfsprocedures van die laatste. Deze beschrijving is nodig voor het verkrijgen van een Authorised Economic Operator (AEO) certificaat. Appellant heeft hierbij een geheimhoudingsclausule en het behoud van zijn auteursrechten bedongen. DVR heeft vervolgens de door appellant opgestelde beschrijvingen doorgestuurd naar twee andere partijen. Het hof legt deze bepalingen uit de overeenkomst ruim uit en stelt dat het delen van de beschreven procedures niet noodzakelijk was voor het verkrijgen van een AEO certificaat. Appellant heeft zich terecht beroepen op deze bepalingen uit de overeenkomst van opdracht. 

16. Op grond van de hiervoor besproken omstandigheden is het hof van oordeel dat het geheimhoudingsbeding aldus dient te worden uitgelegd, dat het DVR niet was toegestaan om zonder nadrukkelijke toestemming van [appellant] de door hem opgestelde beschrijvingen van procedures te delen met SDL en IMW. Tegenover de bewoordingen van het beding, die wijzen op een ruime strekking, staan onvoldoende aanknopingspunten die erop wijzen dat SDL en IMW niet als derden of aan DVR gelieerde ondernemingen hadden te gelden. De positie van Aepex kan in dit verband onbesproken blijven. In het midden kan verder blijven of het geheimhoudingsbeding zich ook verzette tegen het delen van de procedures die betrekking hebben op het WMS en de ICT-procedures van DVR Maasvlakte, omdat vaststaat dat ook andere procedures zijn gedeeld door zowel DVR Spijkenisse als DVR Maasvlakte. Voor die procedures moet in elk geval worden aangenomen dat er geen noodzaak bestond om deze te delen met SDL/IMW. Kennelijk vonden betrokkenen van DVR en SDL/IMW het delen van de beschrijvingen dan ook niet zozeer noodzakelijk, maar hooguit handig. Dat blijkt uit het e-mailbericht van 28 november 2017 waarin – ondanks de waarschuwing van [appellant] een dag eerder dat de procedures op grond van het contract alleen waren bestemd voor DVR Maasvlakte (prod. 4 bij dagvaarding) – DVR aanbood de procedurebeschrijvingen te delen.