Gepubliceerd op donderdag 13 juli 2023
IEF 21559
Rechtbank Amsterdam ||
9 jun 2023
Rechtbank Amsterdam 9 jun 2023, IEF 21559; ECLI:NL:RBAMS:2023:4000 (Edicola tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/ontwerp-hondenboeken-maakt-geen-inbreuk

Ontwerp hondenboeken maakt geen inbreuk

Rechtbank Amsterdam 9 juni 2023; IEF 21559; ECLI:NL:RBAMS:2023:4000 (Edicola tegen gedaagde) Edicola is een uitgeverij en gedaagde is een auteur van hondenboeken. Edicola en de auteur hebben een uitgaveovereenkomst gesloten voor de uitgave van een boekenreeks. De bedoeling was om zes delen uit te geven. Delen 1 en 2 zijn conform de afspraken uitgegeven. Met goedvinden van gedaagde worden delen 5 en 6 geannuleerd. Gedaagde heeft daarop besloten om deel 3 in eigen beheer uit te geven. Hiertoe heeft gedaagde de grafisch vormgever van Edicola benaderd om de gebruikte lettertype en Indesign-bestanden te verkrijgen. Begin 2023 is deel 3 verschenen. Eicola vordert de inbreuk op haar auteursrecht te staken en gestaakt te houden, daar “qua titel, formaat, indeling, opmaat en typografie” het ontwerp en opmaak-concept klakkeloos is overgenomen.

Gedaagde voert verweer en stelt kort gezegd dat de auteursrechten aan haar toekomen, nu “zij van deel 3 afziet” de overeengekomen situatie is ontstaan waarbij de auteursrechten exclusief aan gedaagde toekomen. Gedaagde vordert in reconventie dat Edicola zich onthoudt van het uitgeven van een bepaald boek (titel 6). Dit boek zou, volgens gedaagde, concurreren met haar werken nu het gaat over hetzelfde onderwerp als de door Edicola uitgegeven delen 1 en 2 van de hondenboekenreeks.

De voorzieningenrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat niet Edicola, maar gedaagde de maker van het ontwerp is, nu de inbreng van gedaagde bij de totstandkoming van delen 1 en 2 zag op creatieve keuzes en de inbreng van Edicola zag op de technische uitvoering. De auteursrechten van het ontwerp van voornoemde delen rusten dan ook bij gedaagde. Met het ontwerp van deel 3 maakt gedaagde dan ook geen inbreuk op de auteursrechten van Edicola.

Uit de uitgaveovereenkomsten aangaande deel 1 en 2 volgt niet dat Edicola geen boek zou mogen uitgeven over dezelfde onderwerpen. De voorzieningenrechter wijst de vordering in reconventie af.

5.6. Al met al kan [gedaagde] worden gevolgd in haar stelling dat haar inbreng bij de totstandkoming van deel 1 en deel 2 van ‘ [reeks] ’ zag op creatieve keuzes en de inbreng van Edicola zag op de technische uitvoering van het werk. [gedaagde] is dan ook voorshands als maker van het werk te beschouwen.

De door Edicola in het geding gebrachte verklaring van [naam 2] , die het standpunt van Edicola ondersteunt, legt in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal. Ook de omstandigheid dat [gedaagde] , toen zij deel 3 van ‘ [reeks] ’ in eigen beheer ging uitgeven, bij [naam 2] de Indesign bestanden en de namen van de gebruikte lettertypes heeft opgevraagd, maakt het voorgaande niet anders. In dit verband heeft [gedaagde] naar voren gebracht dat [bedrijf 3] de Indesign bestanden had, omdat het haar taak was om de teksten en afbeeldingen in die bestanden te combineren. Ook is volgens [gedaagde] begrijpelijk dat zij om de naam van het lettertype vroeg. Zij heeft uitsluitend haar voorkeuren voor een lettertype, zoals schreefloos en rond, doorgegeven, waarna [bedrijf 3] het lettertype heeft geselecteerd. Deze uitleg komt de voorzieningenrechter plausibel voor.

6.1. Ten aanzien van het nieuwe door Edicola uit te geven boek ‘ [titel 6] ’ is de voorzieningenrechter met Edicola van oordeel dat uit de uitgaveovereenkomsten aangaande deel 1 en deel 2 van ‘ [reeks] ’ niet volgt dat Edicola geen boek over dezelfde onderwerpen mag uitgeven. Edicola moet op grond van artikel 2.3 van de uitgaveovereenkomsten wel de verkoop van de boeken van [gedaagde] bevorderen. Ter zitting heeft Edicola verklaard dat ook nog steeds te doen door de boeken van [gedaagde] op haar website te promoten. Gelet hierop is er geen grond voor toewijzing van de vorderingen van [gedaagde] . Wel wordt aan Edicola meegegeven om, zolang zij ook nog deel 1 en deel 2 van ‘ [reeks] ’ verkoopt, haar nieuw uit te geven boek niet te promoten als “ [titel 7] ”. Voor een veroordeling op dit punt wordt echter geen aanleiding gezien.