23 jul 2019
Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.
Ook in beroep geen auteursrechtinbreuk lesmateriaal Snappet
Gerechtshof Den Haag 23 juli 2019, IEF 18605; ECLI:NL:GHDHA:2019:3060 (Snappet tegen GEU) Auteursrecht. Databankenrecht. Vervolg op eerste aanleg IEF 18608: [ECLI:NL:RBDHA:2016:13329] GEU is een vereniging die de collectieve belangen behartigt van uitgeverijen van leermateriaal voor onderwijs. Snappet biedt een dienst aan basisscholen waarbij de leerlingen een tabletcomputer in bruikleen krijgen. Op de tablets is door Snappet ontwikkelde software geïnstalleerd waarmee de leerlingen oefenopgaven kunnen maken. De vraag is of de dienst van Snappet inbreuk maakt op de educatieve uitgaven van GEU. In eerste aanleg vorderde GEU inbreuk op haar auteursrechten en databankenrecht. De vorderingen werden afgewezen. Het Hof verklaart GEU niet-ontvankelijk en bekrachtigd het vonnis in eerste aanleg.
Auteursrechten
5.11. Met de rechtbank (r.o. 4.4 van het Vonnis) is het hof van oordeel dat het auteursrecht niet dient ter bescherming van didactische inzichten en dat het auteurs van leermiddelen vrij moet staan (dezelfde) didactische strategieën toe te passen, zodat een keuze gebaseerd op een didactische doelstelling vergelijkbaar is met een keuze ingegeven door een technische doelstelling.5.16. Daarbij komt dat Snappet naar het oordeel van het hof (onder verwijzing naar de verklaring van G. Peters in productie 66 van de Uitgeverijen en de WAK), terecht betoogt dat de keuze voor de thema’s en themawoorden in de Leerroutes primair didactische keuzes zijn, die van belang zijn voor het behalen van de leerdoelen op het gebied van woordenschat. Met de keuze voor de thema’s en themawoorden wordt bepaald welke woorden worden aangeleerd en welk niet.
5.31. De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord is of het lesmateriaal van Snappet inbreuk maakt op de Leerroutes, in de zin van art. 13 Aw. Bij de beoordeling daarvan komt het aan op de vraag of het lesmateriaal van Snappet in zodanige mate de karakteristieke trekken van de Leerroutes vertoont, dat de totaalindruk van het lesmateriaal van Snappet te weinig verschilt van de totaalindruk van die Leerroutes voor het oordeel dat het lesmateriaal van Snappet als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt.
5.34. Uit het voorgaande blijkt dat de punten van overeenstemming betrekking hebben op niet beschermde elementen (thema’s en themawoorden, lessenstructuur (moment waarop de opgaven worden aangeboden), lesdoelen en aard van de opgaven). Wat overblijft is de overeenstemming op het niveau van de concrete opgaven. Op dat punt is de overeenstemming echter gering; er bestaan blijken het voorgaande in het oog springende verschillen. Door deze prominente verschillen is de totaalindruk van de lesmaterialen van Snappet anders dan die van de Leerroutes. Van inbreuk is geen sprake.
Databankenrecht
5.40. Aldus hebben de Uitgeverijen geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit valt op te maken dat de investering substantieel is. Het hof concludeert dat de Uitgeverijen op dit punt niet aan hun stelplicht hebben voldaan.5.41. Reeds gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat is voldaan aan de vereisten om voor databankenrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, wat er ook zij van het verweer van Snappet dat de thema’s en themawoorden geen zelfstandige elementen zijn die systematisch en methodisch zijn geordend en dat de databankenrechtelijke beschermingsduur is verstreken. Het beroep van de Uitgeverijen op het sui generis databankenrecht faalt dan ook.