Openbaarheid als voorwaarde voor mandatering
In navolging van ACTA I en ACTA II. Ik betreur het zeer te vernemen dat u aangeeft dat u openbaarheid van (vertrouwelijke) onderhandelingsdocumenten als voorwaarde stelt voor mandatering door de Kamer ten aanzien van de Nederlandse inzet tijdens de Raad. In mijn brief van 2 december jl. heb ik uitgebreid uiteengezet dat ik, ondanks de forse inzet van dit kabinet ten aanzien van transparantie van ACTA-documenten, niet bij machte ben de ACTA-onderhandelingsdocumenten openbaar te maken. Uw Kamer vraagt mij nu mijn beslissing te heroverwegen.
Als u vasthoudt aan uw inzet dat Nederland geen standpunt mag innemen tijdens de Raad, dan kan de EU vooralsnog het ACTA-verdrag niet ondertekenen, aangezien voor de beslissing tot ondertekening unanimiteit vereist is. Dat vind ik ongewenst. Het doel van ACTA is het bestrijden van grootschalige inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten die aanzienlijke commerciële gevolgen hebben. De omvang van dergelijke grootschalige inbreuken wordt, zoals ik ook mijn brief van 2 december jl. heb aangegeven, door de OESO in 2009 geschat op 250 miljard dollar, wat neerkomt op meer dan het individuele BNP van 150 landen. Met ACTA willen wij dit tegengaan, maar duidelijk moet zijn dat het hier alleen gaat over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.
Afsluitend
Voor de helderheid, ACTA heeft geen betrekking op de inperking van burgerlijke vrijheden of het belemmeren van consumenten. ACTA heeft alleen betrekking op de manier waarop bedrijven en burgers hun rechten kunnen afdwingen in de rechtszaal, bij de buitengrenzen of via het internet. Er wordt niet via een achterdeur Nederlandse en EU-wetgeving gewijzigd of met betrekking tot laatstgenoemde geharmoniseerd. ACTA heeft als zodanig dus geen invloed op Nederlandse en Europese bedrijven en burgers; het creëert geen nieuwe verplichtingen of verwijdert waarborgen als voorzien in reeds bestaande wetgeving en de TRIPS/Doha-verklaring, maar zal meer bescherming op de markten van de andere ACTA-deelnemers brengen. ACTA creëert geen nieuwe intellectuele-eigendomsrechten, noch bepaalt het de duur, de reikwijdte van de bescherming, de wijze van verkrijging of overname hiervan; de aangesloten landen zullen de intellectuele-eigendomsrechten handhaven overeenkomstig de nationale definities hiervan.
Omdat ACTA een gemengde overeenkomst is, dat wil zeggen een overeenkomst die zowel de bevoegdheden van de EU als van de lidstaten betreft, moet dit verdrag ook door alle nationale parlementen worden goedgekeurd. Voor Nederland betekent dit dat aan de Tweede en Eerste Kamer een goedkeuringswet wordt voorgelegd om ACTA te ratificeren. Wij streven er naar om dit proces in het eerste kwartaal van 2012 in gang te zetten.
Met alle begrip voor het standpunt van uw Kamer hoop ik u hiermee te hebben overtuigd van mijn onmogelijkheid de door u gevraagde documenten publiek openbaar te maken en hoop ik aanstaande dinsdag hierover met u te kunnen spreken in het Algemeen Overleg.