Openbaarmaking milieu-informatie
College van Beroep voor het bedrijfsleven, AWB 07/577 A (Stichting Natuur en Milieu c.s. tegen College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb))
Openbaarmaking milieu-informatie als uitzondering op het auteursrecht. Richtlijnconforme uitleg van prejudicieel arrest Hof van Justitie in zaak C-266/09.
Het College is bevoegd en heeft de plicht tot belangenafweging. In dit geval gaat het om de specifieke belangen van de toelatinghouder betreffende commercieel gevoelige informatie en daarbij wordt een beroep gedaan op auteursrechten. Eerder was verweerster overtuigd dat Bayer middels voorbeelden aangetoond heeft dat openbaarmaking van rapporten en studies niet alleen een auteursrechtinbreuk oplevert, maar dat Bayer hierdoor ook ernstig commercieel nadeel zal ondervinden. Het specifieke belang dat Bayer heeft bij vertrouwelijke behandeling van de openbaarmaking van residu- en werkzaamheidsstudies en bij bescherming van zijn auteursrecht, weegt zwaarder dan het algemene belang dat is gediend bij openbaarmaking van milieu-informatie, aldus het Ctgb.
Bij het College van Beroep: Blijkens het overwogene in punt 52 van het arrest moeten de gronden om openbaarmaking van milieu-informatie te weigeren restrictief worden uitgelegd. Een verzoek om die informatie dient blijkens de overweging van het Hof in punt 53 van het arrest te worden gehonoreerd als het algemene belang dat is gediend met openbaarmaking groter blijkt dan het specifieke belang dat is gediend met de weigering om openbaar te maken. Onderzocht dient te worden of verweerder in het wijzigingsbesluit een juiste belangenafweging heeft verricht.
Ter zitting heeft het Ctgb aangegeven zich niet langer op het standpunt te stellen dat met de openbaarmaking van rapporten auteursrechtinbreuk wordt gepleegd. Gelet op al het voorgaande moet worden geoordeeld dat verweerder het belang van Bayer niet op goede grond zwaarder heeft laten wegen dan het algemeen belang dat met de openbaarmaking van de documenten is gediend. Het CBB verklaart het beroep gegrond.
Bij het Ctgb
4. Bayer voert aan dat na openbaarmaking de data onrechtmatig kunnen worden gebruikt door concurrenten. Dit zou de intellectuele eigendomsrechten van Bayer schaden.
Reactie Ctgb: De enige intellectuele eigendomsrechten waarop Bayer kan doelen is het auteursrecht. Openbaarmaking door een overheidsorgaan middels verstrekking van een kopie aan een verzoeker om informatie levert geen schending op van het auteursrecht
Gebruik anders dan eigen gebruik door de ontvanger van de informatie zal wel een inbreuk op het auteursrecht betekenen.
Het Ctgb zal bij beoordeling van het verzoek om openbaarmaking de auteursrechten van Bayer op onderhavige documenten meewegen ter voorkoming van onevenredige benadeling (artikel 4, tweede lid, onder e, richtlijn 2003/4/EG) (zie onder punt 5).
Reactie Ctgb 5:
Het Ctgb is van oordeel dat Bayer aan de hand van deze voorbeelden overtuigend heeft aangetoond dat openbaarmaking van de rapporten en studies het reëel risico met zich brengt dat derden de rapporten zullen gebruiken om in eigen land eigen bestrijdingsmiddelen te laten registeren,welke middelen vervolgens op de markt kunnen worden gebracht. Dat kan niet alleen een inbreuk opleveren van de auteursrechten van Bayer, maar Bayer leidt daardoor ook ernstig commercieel nadeel. Naar het oordeel van het Ctgb wegen deze belangen zwaarder dan het belang van het openbaar maken van de studies en rapporten. Daarbij betrekt het Ctgb dat de uitkomsten van de studies reeds openbaar zijn.V Conclusie
Bayer heeft thans de nodige informatie verschaft op grond waarvan het college vaststelt dat bij openbaarmaking van onderhavige documenten een reëel risico bestaat dat Bayer hiervan emstig nadeelondervindt doordat concurrenten kosteloos en zonder diens toestemming van de openbaargemaakte documenten kunnen profiteren.
Het specifieke belang dat Bayer heeft bij vertrouwelijke behandeling van deze documenten en bij bescherming van zijn auteursrecht, weegt zwaarder dan het algemene belang dat is gediend bij openbaarmaking van milieuinformatie.
VI Besluit
Het college besluit de weigering om residu- en werkzaamheidsstudies openbaar te maken blijft in stand, met verbetering van de gronden als hierboven voorzien."
College van Beroep Bedrijfsleven
6.3. (...) Blijkens het overwogene in punt 52 van het arrest moeten de gronden om openbaarmaking van milieu-informatie te weigeren restrictief worden uitgelegd. Een verzoek om die informatie dient blijkens de overweging van het Hof in punt 53 van het arrest te worden gehonoreerd als het algemene belang dat is gediend met openbaarmaking groter blijkt dan het specifieke belang dat is gediend met de weigering om openbaar te maken.
Onderzocht dient te worden of verweerder in het wijzigingsbesluit een juiste belangenafweging heeft verricht.
6.4 Appellanten bestrijden in beroep de opvatting van verweerder dat de specifieke belangen van Bayer ter bescherming van commercieel nadeel en haar auteursrechten zodanig zwaar zijn dat daarmee de weigering om de hiervoor bedoelde documenten openbaar te maken wordt gerechtvaardigd. Zij hebben met betrekking tot het algemene belang dat met openbaarmaking van milieu-informatie in dit geval is gediend erop gewezen dat het hier gaat om informatie over de verspreiding en het risico van inname van een voor mens en milieu gevaarlijke stof. Er bestaat dan ook volgens appellanten een zwaarwegend belang bij de open toegang tot de gevraagde studies. Dienaangaande overweegt het College als volgt.
6.4.5 Verder overweegt het College dat verweerder ter zitting te kennen heeft gegeven zich niet langer op het standpunt te stellen dat openbaarmaking ook een inbreuk op de auteursrechten van Bayer kan opleveren en heeft Bayer daaromtrent geen specifieke argumenten aangevoerd.
6.5 Gelet op al het voorgaande moet worden geoordeeld dat verweerder het belang van Bayer niet op goede grond zwaarder heeft laten wegen dan het algemeen belang dat met de openbaarmaking van de documenten is gediend. Dit brengt het College tot de conclusie dat de hierop betrekking hebbende beroepsgronden van appellanten slagen. Gelet hierop zal het College het beroep gegrond verklaren en het wijzigingsbesluit, alsmede het besluit van 22 juni 2007 zoals gerectificeerd bij besluit van 17 juli 2007, vernietigen, voor zover het betreft de handhaving van de weigering aan appellanten te verstrekken een afschrift van de 19 documenten, zoals vermeld onder 6.3 van deze uitspraak.
(...)
Het voorgaande brengt voorts met zich dat het College niet toekomt aan de beoordeling van de beroepsgrond van appellanten dat de documenten openbaar hadden moeten worden gemaakt, omdat de hierin opgenomen gegevens kunnen worden aangemerkt als gegevens betrekking hebbende op emissies in het milieu als bedoeld in artikel 4, tweede lid, vierde volzin, van Richtlijn 2003/4/EG.