28 jun 2022
Opheffing beslag slechts gedeeltelijk toewijsbaar
Hof Den Haag 28 juni 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie) FKP vordert primair opheffing van een door HVY op merken- en auteursrechten met betrekking tot Russische wodka gelegd executoriaal beslag en secundair schorsing van de executie van het beslag. Naar het oordeel van het hof zijn de merken- en auteursrechten vatbaar voor verhaal. Het hof meent dat de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar is voor zover het beslag ten laste van en onder FKP is gelegd. Daarnaast is de vordering tot opheffing slechts toewijsbaar voor zover het beslag gelegd is op de auteursrechten op de vormgeving van de producten die onder merken zijn geproduceerd en verkocht. Het hof meent verder dat FKP en de Russische Federatie zich niet met succes kunnen beroepen op immuniteit van executie. Merken en daarin vervatte auteursrechten op de beeldelementen zijn immers uit de aard der zaak niet bestemd voor publieke doeleinden maar voor de bevordering van de verkoop van van de merk voorziene waren. Het hof oordeelt dat het vonnis van de voorzieningenrechter [IEF 19526] gedeeltelijk vernietigd moet worden.
5.22. Omdat de rechten zich in het voor verhaal vatbare vermogen van de Russische Federatie bevinden, vast staat dat FKP geen schuldenaar is voor vorderingen waarvoor het beslag is gelegd en ook overigens niet (voldoende) is gesteld of gebleken dat (rechtsgeldig) derdenbeslag is gelegd, is de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar voor zover dit ten laste van en onder FKP is gelegd.
5.29. De omschrijving in het beslagexploot komt erop neer dat beslag is gelegd op alle auteursrechten op de beeldelementen van ieder van de ervoor genoemde (van registratienummers voorziene) beeld-(/woord)merken. In zoverre bevat het beslagexploot naar het oordeel van het hof een voldoende nauwkeurige beschrijving van de auteursrechten op de beeldelementen van de afgebeelde merken. Voor zover in het beslagexploot ook beslag is gelegd op de auteursrechten ‘op de vormgeving van de producten die onder de Merken zijn geproduceerd en verkocht door of met toestemming van FKP Sojuzplodoimport en/of de Russische Federatie’ is van een voldoende nauwkeurige beschrijving echter geen sprake. Op grond daarvan is met het oog op de executie onvoldoende duidelijk welke rechten (werken) onder het beslag vallen. Grief 9 slaagt gedeeltelijk.
5.34. Naar het oordeel van het hof kunnen FKP en de Russische Federatie zich in dit geval niet met succes beroepen op immuniteit van executie. Het gaat bij de merken- en auteursrechten om vermogensrechten die gericht zijn op de commerciële exploitatie van alcoholische dranken. Merken en daarin vervatte auteursrechten op de beeldelementen (die onder het beslag vallen) zijn uit de aard der zaak bestemd voor andere dan publieke doeleinden, namelijk voor de bevordering van de (commerciële) verkoop van van de merken voorziene waren. Tussen partijen is voorts niet in geschil dat FKP op grond van het 2019 charter van FKP jaarlijks een deel van haar nettowinst (25%) aan het budget van de Russische Federatie moet afstaan5. Desgevraagd heeft FKP ter zitting verklaard dat het overige deel (75%) van de inkomsten van FKP niet aan de Russische Federatie wordt afgestaan, maar wordt aangewend ten behoeve van de instandhouding en de kosten van FKP. De Russische Federatie en FKP hebben niet (voldoende) betwist dat de opbrengsten in zoverre – en dus voor het overgrote deel – een niet-publieke bestemming hebben. Daarmee zijn de desbetreffende IE-rechten vermogensbestanddelen die in het bijzonder worden gebruikt of zijn beoogd voor gebruik voor andere dan niet-commerciële overheidsdoeleinden. Voor zover bij het vereiste van art. 19 VN-verdrag dat het executoriaal beslag moet zijn gericht tegen goederen “die verband houden met de entiteit waartegen het geding zich richtte” sprake is van internationaal gewoonterecht, is ook aan dat vereiste voldaan. Dat sprake is van een (voldoende) verband tussen de aan Russische Federatie toekomende en door FKP geëxploiteerde rechten blijkt genoegzaam uit hetgeen hiervoor, met name onder 5.16, is overwogen. Het beroep op immuniteit van executie faalt derhalve.
5.39. Uit het voorgaande volgt dat de grieven 1 tot en met 8 gegrond zijn, maar dat slechts leidt tot vernietiging van het vonnis voor zover daarin het ten laste van de Russische Federatie gelegde beslag is opgeheven. De vordering tot opheffing van het beslag is gedeeltelijk toewijsbaar, namelijk voor zover dit ten laste van en onder FKP is gelegd. De vordering tot opheffing van het ten laste van de Russische Federatie gelegde beslag is niet toewijsbaar, behoudens voor zover het is gelegd op de auteursrechten op de vormgeving van de producten die onder de Merken zijn geproduceerd en verkocht door of met toestemming van FKP en/of de Russische Federatie, daar grief 9 in zoverre slaagt . De vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging zal worden afgewezen.