Opinie: Spotify is niet heilig
Een bijdrage van Erwin Angad-Gaur, Ntb.
Eerder verschenen op Computerworld.nl. Streamingdienst Spotify is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot het voorbeeld van legaal aanbod dat volgens velen de toekomst zal bepalen. Het merk is daarbij in korte tijd bijna spreekwoordelijk geworden. In veel artikelen vraagt men zich af waarom “een Spotify” voor films en TV-series uitblijft; nieuwe diensten voor E-Books worden al snel omschreven als “een Spotify voor boeken”.
Mede om die reden reageerden velen geschrokken bij het bericht dat Nigel Godrich en Thom Yorke de muziek van hun huidige band Atoms for Peace van Spotify hebben afgehaald (3voor12). Op Twitter en op discussieforums lijkt inmiddels een klein bommetje ontploft te zijn. Velen steunen het initiatief, maar anderen reageren vol onbegrip: Godrich en Yorke zouden op zijn best een achterhoedegevecht voeren: streaming is de toekomst.
Dat laatste is waar, het eerste hopelijk niet.
De strijd van Godrich en Yorke richt zich niet tegen streaming of streamingdiensten, maar op de ongelijke verdeling van opbrengsten. Grote platenmaatschappijen hebben een winstaandeel in Spotify en zullen in de toekomst steeds onevenwichtiger profiteren zonder dat artiesten (of kleine labels en eigen beheer artiesten) daar veel van zien. In de woorden van frontman Thom Yorke: “Vergis je niet. Nieuwe artiesten op Spotify krijgen geen geld. Terwijl aandeelhouders binnenkort wel veel verdienen. Simpel”.
Maar ook op een andere manier delen muzikanten onevenwichtig mee. Spotify reageerde onmiddelijk op de commotie door er op te wijzen dat men miljoenen aan rechthebbenden betaald. Dat wil zeggen: aan platenmaatschappijen; de doorbetaling aan artiesten is het probleem van Spotify niet, maar voor de artiest uiteraard essentieel.
Natuurlijk begrijpen musici dat zij voor een steam minder verdienen dan voor een download; radio en tv zijn vergelijkbare grootheden; verkopen zijn dat niet.
Voor radio en tv (en voor openbaarmakingen in de kroeg of in de sportkantine) echter worden de rechten collectief beheert door de Sena: producenten ontvangen 50% van de opbrengsten en artiesten gezamenlijk ook 50% (alles op basis van het werkelijke gebruik van hun werk). Die verdeling is bij on demand streaming ver te zoeken.
De oorzaak ligt in de Europese wetgeving die on demand digitale diensten heeft uitgezonderd van het Sena-mandaat. Pech voor de muzikant dus, maar ook pech voor de consument.
Door bij on demand diensten individuele exploitatie voor te schrijven heeft de Europese wetgever feitelijk gekozen om grote rechteneigenaren (major platenmaatschappijen en uitgevers) een monopoliepositie te geven bij de ontwikkeling van streaming diensten. Diensten kunnen niet zonder hun toestemming ontstaan, terwijl het verkijgen van toestemming van de enorme veelheid van rechthebbenden voor veel diensten alleen al administratief ondoendlijk is.
Op die wijze is Spotify (met de majors) als aandeelhouders in praktijk vrijwel monopolist; een positie waar ook de consument in de toekomst niet vrolijk van zal worden.
Innovatieve concurrenten komen niet van de grond; volwaardige diensten voor audiovisuele werken (waarvoor dezelfde regels gelden) laten nog altijd op zich wachten.
Om die redenen stelden de muziekvakbonden Ntb en FNV KIEM vorig jaar samen met de Franse en Nederlandse consumentenbond (gesteund door onder meer de NVJ, de DDG en vele andere beroepsorganisaties van auteurs en uitvoerenden) voor de Europese Richtlijnen grondig te herzien [IEF 12108]. In het belang van zowel artiesten en auteurs, als van consumenten. Van belang is een eerlijke verdeling te garanderen waar die nu ontbreekt, maar ook om concurrentie mogelijk te maken waar die nu node gemist wordt: op de markt voor de consument (waar nu de door Brussel voorgeschreven concurrentie op de markt voor rechtenverlening -het voorportaal van de markt waar het werkelijk om zou moeten gaan- alleen maar stagnatie creeert en innovatie de kop in zal blijven drukken).
Laat kortom op de markt duizend bloemen bloeien, maar wel met een eerlijke verdeling van opbrengsten. Spotify is daarbij zeker niet heilig; een open markt voor nieuwe initiatieven zou dat wel moeten zijn.
Erwin Angad-Gaur is secretaris/directeur van de Ntb (www.ntb.nl), de vakbond voor musici en acteurs.