Originaliteit vereist geen persoonlijk stempel meer?
Hof van Cassatie van België 26 januari 2012, C.11.0108.N (Artessuto nv tegen B&T Textilia en Indecor-Europe)
Gesignaleerd door en met samenvatting van Hannes Abraham.
België. Tekeningen in opdracht gemaakt. Auteursrecht. Wandtapijt in 'oude kleuren'.
Het eerste middel van eiseres in cassatie is gericht tegen het afwijzen door de appelrechters van een beroep op het Tekeningen- en Modellenrecht, louter wegens afwezigheid van een depot. Het Hof van Cassatie beslist dat de appelrechters niet antwoorden op de argumenten van eiseres daaromtrent.
Het belang van dit arrest ligt echter in het tweede middel. Het betreft de originaliteitsvereiste in het auteursrecht. De appelrechters stellen vast dat er een eigen intellectuele schepping van de auteur plaats vond, maar dat een persoonlijke stempel van deze ontbreekt, om vervolgens te beslissen dat er geen sprake is van de vereiste originaliteit. Deze invulling van het originaliteitsbegrip komt overigens overeen met vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass. 25 oktober 1989, Arr. Cass. 1989-90, 272; Cass. 24 februari 1995, Arr. Cass. 1995, 210; Cass. 5 maart 2005, www.cass.be).
Het Hof van Cassatie lijkt echter terug te komen op haar voorgaande rechtspraak door in deze zaak uitdrukkelijk te beslissen dat het niet vereist is dat een werk de stempel van de persoonlijkheid van de auteur draagt. Door het werk aan deze vereiste te toetsen hanteren de appelrechters volgens het Hof een extra voorwaarde die niet door de wet gesteld wordt. Daarom wordt het bestreden arrest verbroken.
De vraag kan gesteld worden of deze ommekeer in de rechtspraak in overeenstemming is met de geldende rechtspraak van het Hof van Justitie. Het Infopaq-arrest vereist een “eigen intellectuele schepping van de auteur” die moet kunnen “uitdrukking geven aan zijn creatieve geest” (HvJ 16 juli 2009, Infopaq/Danske Dagblades Forening, C-5/08, punten 32-45). Volgens een enge interpretatie kan het nieuwe criterium van het Hof van Cassatie in dit communautaire originaliteitsbegrip passen. Maar wat vangt men dan aan met het criterium uit het Painer-arrest: “een intellectuele schepping van de auteur die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt”(HvJ 1 december 2011, Painer/Standard Verlags GmbH, punt 2)? Wordt ongetwijfeld vervolgd…
4. Een werk van letterkunde of kunst wordt krachtens deze bepaling auteursrechtelijk beschermd als het oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de auteur. Hierbij is niet vereist dat het werk de stempel draagt van de persoonlijkheid van de auteur.
5. De appelrechters oordelen: “De variaties die [de eiseres] aangebracht heeft in de bestaande stadsgezichten vormen geen intellectuele inspanning die aan het werk het nodige individuele karakter geven waardoor een vorm ontstaat. De vorm draagt niet de stempel van de persoonlijkheid van Mevrouw C.. De vorm is niet zodanig beïnvloed door haar persoon dat het werk een eigen persoonlijk, karakter vertoont. De intellectuele schepping van de auteur is niet aantoonbaar in de tekeningen.”
6. De appelrechters die aldus vereisen dat een werk om de bescherming van het auteursrecht te genieten de stempel dient te dragen van de persoonlijkheid van de auteur, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.
Het middel is gegrond.
Op andere blogs:
KluwerCopyrightBlog (Belgian Supreme Court: against the tide of the CJEU’s case law on “originality”?)
Schoups advocaten