Over controle van poststukken door 'postsnuffelaars'
Antwoord kamervragen over controle van poststukken door 'postsnuffelaars', Aanhangsel van de Handelingen II, nr. 81
Merkenrecht. Douane. Vraag 2 en 3 - Is het waar dat de namaakbestrijdingsorganisatie SNB React aan de Douane een voorstel heeft gedaan om de Britse manier van werken voor postzendingen over te nemen, waarbij het namaakbestrijders wordt toegestaan verdachte zendingen te controleren? Zo ja, kunt u dit voorstel toelichten? Worden hierover momenteel gesprekken gevoerd? Wat vindt u van deze Britse praktijken en bent u van plan die ook in Nederland te gaan toepassen?
Ja, het is juist dat SNB-React een voorstel aan de Douane heeft gedaan.
De huidige praktijk is dat de Douane post-, pakket,- en koerierszendingen (hierna: post- en koerierszendingen) selecteert op het risico van namaak. Deze zendingen worden door de Douane gescand en geopend. Post – en koerierszendingen waarin een hoeveelheid van maximaal 25 stuks mogelijk inbreukmakende goederen worden aangetroffen, worden door de Douane op grond van een richtlijn van het OM2 op een vereenvoudigde manier via het strafrecht afgedaan. De goederen worden dan in beslag genomen, waarna het OM de zaak verder afdoet. Na een geconstateerde overtreding kan een besluit tot vernietiging van de goederen worden genomen. Verdachte post- en koerierszendingen, die niet onder deze richtlijn vallen, worden door de Douane apart gezet waarna de merkhouder wordt gewaarschuwd. De merkhouder kan dan vervolgens besluiten civielrechtelijke actie te ondernemen.
Het voorstel van SNB-React komt er in het kort op neer dat merkhouders of hun vertegenwoordigers (zoals SNB-React), na selectie en scan door de Douane, in de gelegenheid worden gesteld om postzendingen die vermoedelijk namaakgoederen bevatten te controleren en onder toezicht van de Douane te openen. Indien zendingen vermoedelijke namaakgoederen bevatten, zou SNB-React de geadresseerden van deze pakketten aanschrijven. Bij geen respons of bij bevestiging dat de goederen mogen worden vernietigd, zou een procedure tot vernietiging worden ingezet.
Op het moment van het verschijnen van het artikel «Plan voor postsnuffelaars» was reeds overleg gaande met SNB-React. Naar aanleiding van dit overleg is gezamenlijk geconcludeerd dat er vooralsnog geen reden is om de huidige controlepraktijk te wijzigen. In tegenstelling tot Groot-Brittannië, zijn er in Nederland meerdere locaties waarop post- en koerierszendingen worden gecontroleerd. Daarnaast worden (zoals hiervoor aangegeven) in Nederland post- en koerierszendingen die een geringe hoeveelheid inbreukmakende goederen bevatten vereenvoudigd strafrechtelijk afgedaan. Deze factoren leiden er in de praktijk toe dat het voorstel van SNB-React in Nederland niet tot efficiencyvoordelen of een toename van vangsten zal leiden.
Bij deze afweging is ook rekening gehouden met de belangen van andere betrokkenen, zoals afzenders en geadresseerden van legitieme postzendingen, andere (vertegenwoordigers van) merkhouders dan SNB-React, postbedrijven en met zaken als de snelheid van afhandelen.
Als vervolg op het overleg met SNB-React zal, ook met andere (vertegenwoordigers van) merkhouders, onderzocht worden of er andere mogelijkheden zijn voor verbeteringen in het proces, bijvoorbeeld door het verbeteren van de informatie-uitwisseling en het organiseren van actiedagen.
Vraag 4 - Vindt u het toezicht op namaakartikelen niet een douanetaak die dus bij de overheid thuishoort? Wat zijn de redenen om te overwegen het bedrijfsleven hierbij in te schakelen?
Antwoord 4 - Het systeem van intellectuele eigendomsrechten, waaronder het merkenrecht, heeft weinig waarde als inbreuken hierop niet gehandhaafd kunnen worden. Alle wetten op dit gebied bevatten dan ook bepalingen over handhaving. Het kabinet is zich bewust van de schadelijke gevolgen van namaakgoederen op economisch en sociaal vlak, voor de goede werking van de interne markt, maar ook uit het oogpunt van de consumentenbescherming, volksgezondheid en de openbare veiligheid. Effectief optreden is dus geboden, waarbij rekening wordt gehouden met alle belangen. Het uitgangspunt is hierbij dat partijen hun geschillen civielrechtelijk regelen. Strafrechtelijke handhaving geldt als uiterste middel (ultimum remedium). Er is een uitzondering gemaakt voor door de Douane aangetroffen vermoedelijk inbreukmakende goederen tot maximaal 25 stuks. Als de Douane deze aantreft, dan wordt in geval van overtredingen dit feit vereenvoudigd strafrechtelijk afgedaan. Deze uitzondering op de hoofdregel is gebaseerd op overwegingen van efficiency en doelmatigheid. Doel is te voorkomen dat kleine hoeveelheden van deze goederen in het vrije verkeer worden gebracht.
In de praktijk vindt samenwerking van de Douane met het bedrijfsleven plaats. De Douane controleert op verzoek van het ministerie van Economische Zaken de onder hem vallende intellectuele eigendomsrechten waaronder merken. Op grond van Europese wetgeving (Verordening 1383/2003) kan een merkhouder van wiens merk zonder zijn toestemming gebruik wordt gemaakt, een beschikking aanvragen waarin de Douane wordt verzocht om op te treden voor die merkhouder. Als de Douane bij haar controles dergelijke vermoedelijke namaakgoederen constateert (meer dan 25 stuks), stelt zij de merkhouder in kennis, die dan vervolgens civielrechtelijke actie kan ondernemen. Omdat bestrijding van namaak een gezamenlijk belang is van de overheid en het bedrijfsleven (inclusief vertegenwoordigers van houders van intellectuele eigendomsrechten), zijn deze partijen ook regelmatig met elkaar in gesprek.
Vraag 5 - Mocht u overwegen de Britse werkwijze in Nederland te gaan toepassen, welke Nederlandse wet- en regelgeving moet daarvoor dan worden aangepast?
Antwoord 5 - Zoals in het antwoord op 3 is aangegeven wordt de toepassing hiervan in Nederland niet langer overwogen, zodat een onderzoek naar mogelijke aanpassing van wetgeving ook niet hoeft plaats te vinden.