Gepubliceerd op maandag 15 juli 2024
IEF 22132
Hoge Raad ||
12 jul 2024
Hoge Raad 12 jul 2024, IEF 22132; ECLI:NL:HR:2024:1074 (SONT tegen HP c.s. en Stichting De Thuiskopie tegen HP c.s.), https://delex.nl/artikelen/partijen-reageren-op-het-voornemen-van-de-hoge-raad-om-prejudiciele-vragen-te-stellen-over-de-offline-streaming-copy

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R.

Partijen reageren op het voornemen van de Hoge Raad om prejudiciële vragen te stellen over de ‘offline streaming copy’

HR 12 juli 2024, IEF 22132; ECLI:NL:HR:2024:1074 (SONT tegen HP c.s. en Stichting De Thuiskopie tegen HP c.s.). In deze zaken van SONT tegen HP c.s. en Stichting De Thuiskopie tegen HP c.s. gaat het om de vraag of het maken van een offline streaming copy (ook wel tethered download genoemd) van een auteursrechtelijk beschermd werk, zoals dat gangbaar is binnen streamingdiensten als Spotify en Netflix, moet worden aangemerkt als het maken van een zogenoemde thuiskopie als omschreven in art. 16c lid 1 Auteurswet. Een bevestigend antwoord zou betekenen dat de fabrikanten en importeurs van apparatuur waarmee dergelijke kopieën kunnen worden gemaakt, een billijke vergoeding verschuldigd zijn aan auteursrechthebbenden (art. 16c lid 2 Aw). Voor beantwoording van de vraag heeft de Hoge Raad in een tussenarrest diens voornemen geuit om een tweetal prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie [zie IEF 22051]. Partijen zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over dit voornemen en over de in dat kader geformuleerde vragen.

De feiten van de procedure zijn kort genomen als volgt. Aanvankelijk vorderden HP c.s. een verklaring voor recht dat er geen billijke compensatie verschuldigd is voor offline streaming copies. Nadat de vordering door de rechtbank werd afgewezen, zijn HP c.s. in hoger beroep gegaan en alsnog in het gelijk gesteld door het Hof. Daartoe oordeelde het Hof dat een offline streaming copy niet kan worden aangemerkt als een thuiskopie in de zin van art. 16c lid 1 Auteurswet, nu gebruikers voor de vervaardiging daarvan de hulp nodig hebben van een derde partij met een commercieel oogmerk (de streamingdienst die de download mogelijk maakt). Stichting SONT en Stichting De Thuiskopie zijn daartegen in cassatie gegaan, met het bezwaar dat de aangevoerde grond van het Hof niet overeenstemt met de Europese Auteursrechtrichtlijn. Zij stellen dat de betrokkenheid van een derde partij met een commercieel oogmerk de toepassing van de thuiskopieregeling niet uitsluit.

Partijen hebben zich schriftelijk uitgelaten over het voornemen van de Hoge Raad om prejudiciële vragen in te dienen bij het Europese Hof. Stichting De Thuiskopie en HP c.s. hebben daarbij een aantal aanpassingen aan de beoogde vragen voorgesteld. Een en ander heeft de Hoge Raad aanleiding gegeven tot het wijzigen van de formulering van de tweede vraag en het toevoegen van een derde vraag. Tot het Hof uitspraak heeft gedaan houdt de Hoge Raad iedere verdere beslissing aan en schorst de gedingen. 

5 Vragen van uitleg

1. Kan een reproductie met de kenmerken zoals hiervoor in 2.3 onder (i)-(iii) beschreven (offline streaming copy), mede gelet op de driestappentoets (art. 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn), worden aangemerkt als een “reproductie (…) door een natuurlijke persoon voor privé-gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk” als bedoeld in art. 5 lid 2, onder b, Auteursrechtrichtlijn?

2. Verzetten de doelstellingen van de Auteursrechtrichtlijn, waaronder een hoog niveau van auteursrechtbescherming, een rechtvaardig evenwicht tussen de belangen van de rechthebbende en de belangen van de gebruiker, en een coherente en techniekneutrale toepassing door de lidstaten van de beperkingen en restricties, zich tegen een nationale regeling op grond waarvan de uitzondering voor thuiskopieën niet mede offline streaming copies omvat?

3. Is voor het antwoord op een of meer van de voorgaande vragen van belang of de rechthebbenden een vergoeding per gemaakte offline streaming copy ontvangen, dan wel of zij een vergoeding ontvangen die is gebaseerd op het aantal keren dat een offline streaming copy door de gebruiker van de streamingdienst wordt afgespeeld?