29 jul 2016
Per direct opzegging kwekersrechtcontract nadat licentienemer in administratie verkeert
Vzr. Rechtbank Den Haag 29 juli 2016, IEF 16185; ECLI:NL:RBDHA:2016:9488 (Oakville tegen X en Mitolo) Kwekersrecht. Contracten. X verschaft licentie op aardappelenras aan het Australische Oakville. Oakland verkeert 'in administration', banken hebben zijn als 'Receivers' aangesteld en X beëindigt de licentie. Mitolo wordt exclusief licentienemer van X-aardappelrassen en verzoekt overleg van kweekmateriaal. Oakvilles vorderingen tot voortzetting licentie en Mitolo te bevelen pogingen om kweekmateriaal te krijgen, worden afgewezen. Uit de licentie-overeenkomst volgt dat meristem (kweekmateriaal in reageerbuis) aan de nieuwe licentiehouder toekomt. Zonder die pijplijn zou de door Mitolo verkregen licentie de eerste vijf jaar geen rendement opleveren.
4.4. Nadat de Receivers op 19 en 20 mei 2016 op de hoogte waren gesteld van het feit dat [X] ten behoeve van de Australische markt een licentieovereenkomst met en ander (Mitolo) had gesloten, waarbij [X] op 19 mei 2016 een aanbod van de Receivers uitdrukkelijk van de hand wees, hebben de Receivers zich op het standpunt gesteld dat de licentieovereenkomst tussen [X] en Oakville nog steeds van kracht is en dient te worden nagekomen.
4.5. Uit het voorgaande volgt echter dat de licentieovereenkomst tussen [X] en Oakville is geëindigd. Verder is van belang dat de overeengekomen exclusiviteit van de licentie van Mitolo er aan in de weg staat dat [X] een nieuwe licentieovereenkomst sluit met Oakville ter zake van de [X] -aardappelrassen, dan wel dat de inmiddels beëindigde overeenkomst met Oakville alsnog wordt voortgezet. Overigens is gesteld noch gebleken dat tussen [X] en Oakville na 18 mei 2016 nieuwe afspraken zijn gemaakt. Integendeel, in de dagvaarding (onder 2.33) en de pleitnota (onder 3.2) erkennen Oakville respectievelijk [X] in feite dat zulks niet het geval is.
4.14. Uit hetgeen hiervoor met betrekking tot de primaire vordering is overwogen volgt dat - vooralsnog - moet worden aangenomen dat tussen [X] en Mitolo een licentieovereenkomst is gesloten met een (tijdelijk) exclusief karakter. Indien Mitolo van mening is dat [X] die overeenkomst niet (meer) behoorlijk nakomt, heeft zij er belang bij om in rechte de nakoming ervan te vorderen. Daar komt bij dat Mitolo gemotiveerd - en ondersteund door producties - heeft aangevoerd dat bij de totstandkoming van die overeenkomst is afgesproken dat zij de beschikking zou krijgen over het basis- en vermeerderingsmateriaal van de [X] -aardappelrassen waarover Oakville beschikt. Bij die stand van zaken kan niet worden aangenomen dat de door Mitolo tegen [X] ingestelde vordering evident ongegrond is, zodat niet is voldaan aan het onder 4.11 vermelde criterium.
4.17. De voorzieningenrechter begrijpt dat Mitolo zich op het standpunt stelt dat tussen [X] en haar is afgesproken dat Mitolo de 'pijplijn' aan kweekmaterialen betreffende de [X] -aardappelrassen waarover Oakville beschikt zou overnemen (zie o.a. haar pleitnota onder 5). Het belang daarbij is evident. Zonder die pijplijn zou de door Mitolo verkregen licentie immers de eerste vijf jaar geen (commercieel) rendement opleveren, gelet op hetgeen hiervoor onder 4.16 is overwogen.
4.19. Aan de andere kant zijn er feiten en omstandigheden die (zouden kunnen) wijzen op de juistheid van de stelling van Mitolo. In dat verband wordt allereerst gewezen op de onder 2.8 en 2.13 vermelde correspondentie, waarin [X] aan de Receivers bericht dat alle cultivation material moet worden overgedragen aan de nieuwe licentiehouder (Mitolo). Daar komt bij dat [X] en Mitolo in het kader van de tussen hen gesloten licentieovereenkomst zijn overeengekomen dat (i) de door Mitolo verschuldigde licentievergoeding het eerste jaar minimaal gelijk zal zijn aan de door Oakville verschuldigde vergoeding over het laatste jaar, (ii) Mitolo de door Oakville onbetaald gebleven licentievergoeding betreffende de periode van 1 juli 2015 tot 11 mei 2016 ad € 135.000,-- voor haar rekening zal nemen en (iii) de aan Mitolo verleende licentie tijdelijk een exclusief karakter heeft. Zonder nadere, plausibele verklaring - die niet wordt gegeven - valt, mede bezien in het licht van hetgeen hiervoor onder 4.17, laatste zin, is overwogen, niet in te zien waarom Mitolo daarmee zou instemmen indien zij enkel de beschikking zou krijgen over meristem.