17 jun 2019
Uitspraak ingezonden door Bart Van Besien, Finnian & Columba.
Persvrijheid boven schending reputatie Chieftain
Rechtbank eerste aanleg West-Vlaanderen (afdeling Brugge) 17 juni 2019, IEF 18603, IEFbe 2916 (Chieftain Ivestments tegen X) Mediarecht. Persvrijheid. Chieftain Ivestments (voorheen Entropia) is een telecommunicatienetwerk bedrijf in onder andere Vlaanderen en Nederland. X is een Nederlandse journalist en uitgever van een tijdschrift met betrekking tot telefonie. X bracht verslag uit van enkele gerechtelijke procedures in Nederland die de verbonden onderneming Chieftain Investments betroffen. Chieftain Investments vorderde daarop een schadevergoeding vanwege schending van haar goede naam en reputatie van en het gebruik van foutieve titels wat tot commerciële schade zou leiden. De vordering is ongegrond verklaard.
d) gegrondheid van de vordering
8. De fout van de journalist dient te worden beoordeeld onder meer rekening houdend met de aard van de informatie, de aard van de media en de personen op wie het bericht betrekking heeft. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat op de journalist geen resultaatsverbintenis rust betreffende de juistheid van de feiten waarover is bericht en dat absolute objectiviteit niet mogelijk is, gelet op de precariteit van de controlemogelijkheden op de informatiebronnen.Aan de journalistieke vrijheid wordt een ruime invulling gegeven en deze impliceert ook de vrijheid om te overdrijven en zelfs te provoceren.
Kwetsende of lasterlijke uitlatingen die evenwel niets bijbrengen aan de wezenlijke informatie zijn als foutief te beschouwen.
De vrijheid van meningsuiting, die zowel de persvrijheid alsook de vrijheid informatie te ontvangen en te verstrekken omvat, is niet onbeperkt. Hoewel de journalist niet het bewijs moet leveren van de weergegeven feiten, moet hij toch een bijzondere aandacht tonen ten aanzien van de feitelijke elementen. Hij is onderworpen aan een onderzoeksplicht met als doel de betrouwbaarheid van zijn bronnen te controleren.
9. Verweerders hebben het recht om met de titel aandacht te trekken.
Nergens in de tekst die ter discussie staat, kan de rechtbank kwetsende of lasterlijke uitlatingen vinden. Er blijkt niet afdoende dat er sprake is van een duidelijk gebrek aan bewijsmateriaal.
Afbeelding van Stockfour via Pixabay