Prijs lager dan de thuiskopievergoeding is een aanwijzing
Rechtbank 's-Gravenhage 25 april 2012, LJN BW4169, HA ZA 11-2573 (Stichting De Thuiskopie tegen X)
Thuiskopievergoeding. Verbod om in de toekomst dragers te verhandelen.
De verplichting tot betaling van de thuiskopievergoeding aan De Thuiskopie ontstaat, zo bepaalt artikel 16c lid 3 Aw, ten aanzien van de fabrikant van blanco informatiedragers, op het moment dat de informatiedragers in het verkeer kunnen worden gebracht en ten aanzien van de importeur, op het moment dat de informatiedragers worden ingevoerd. X drijft een eenmanszaak onder de handelsnaam MCO. MCO verkoopt en repareert computerhardware en systemen en verkoopt – al dan niet zijdelings – blanco informatiedragers. Via brieven heeft de Thuiskopie verzocht inzage te geven in bescheiden om de afdracht van de thuiskopievergoeding vast te stellen.
Op basis van een bezoek van stichting De Thuiskopie aan de winkel van X is vastgesteld hoeveel blanco dragers er aanwezig waren, waarop een thuiskopievergoeding is gebaseerd welke in rekening is gebracht.
Het (niet weersproken) aantal van ruim 1.800 blanco informatiedragers is de basis voor de vergoeding die de rechter toekend. Omdat bij een tweede bezoek de prijs van informatiedragers lager was dan de af te dragen thuiskopievergoeding, is dat een aanwijzing dat er geen vergoeding is betaald. X wordt daarom verboden om in de toekomst blanco informatiedragers te verhandelen in Nederland zonder dat kan worden aangetoond dat daarover de thuiskopievergoeding door de fabrikant of importeur is afgedragen.
4.4. De Thuiskopie heeft [X] op 30 december 2010 een factuur gezonden voor € 654,50 ter zake van de thuiskopievergoeding over de door haar medewerker tijdens het bezoek op 23 april 2010 bij MCO aangetroffen informatiedragers. Aan de hand van de door haar medewerker tijdens dat bezoek gemaakte foto’s, stelt de Thuiskopie dat er die dag ruim 1.800 blanco informatiedragers in de winkel van MCO aanwezig waren. Dat correspondeert volgens de Thuiskopie met een bedrag aan thuiskopievergoedingen van € 654,50. Nu dit bedrag noch de aannames waarop dit is gebaseerd, door [X] zijn bestreden, zal de rechtbank deze vordering toewijzen zoals in het dictum verwoord, met inbegrip van de eveneens onbestreden wettelijke rente en uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
4.6. Nu is komen vast te staan dat [X] blanco informatiedragers heeft aangeboden waarover de verschuldigde thuiskopievergoeding niet is voldaan, is een verbod toewijsbaar, met dien verstande dat het gevorderde verbod om in de toekomst blanco informatiedragers in Nederland te verhandelen waarvan niet kan worden aangetoond dat daarover de thuiskopievergoeding door de fabrikant of importeur is afgedragen, noch wie de desbetreffende fabrikant of importeur is, alleen kan worden toegewezen voor zover [X] over de desbetreffende blanco informatiedragers ook niet zelf de verschuldigde thuiskopievergoeding heeft betaald. Dit verbod zal zich voorts niet kunnen uitstrekken tot het op enigerlei wijze direct of indirect betrokken zijn bij de genoemde handelingen, omdat daarvan ook sprake kan zijn buiten het geval dat [X] in strijd handelt met de thuiskopieregeling. Het verbod zal worden toegewezen met de overigens onbestreden uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De gevorderde dwangsom is ook toewijsbaar, met dien verstande dat de dwangsom per drager zal worden gesteld op € 50,- en de dwangsom zal worden gemaximeerd zoals hierna verwoord.
Lees het vonnis hier (LJN BW4169, HA ZA 11-2573).