Gepubliceerd op maandag 9 november 2020
IEF 19558
Rechtbank Gelderland ||
5 okt 2020
Rechtbank Gelderland 5 okt 2020, IEF 19558; ECLI:NL:RBGEL:2020:5868 (Philips tegen Hesdo), https://delex.nl/artikelen/proceskostenveroordeling-na-intrekking-kort-geding-ie-zaak

Proceskostenveroordeling na intrekking kort geding IE-zaak

Vzr. Rechtbank Gelderland 5 oktober 2020, IEF 19558; ECLI:NL:RBGEL:2020:5868 (Philips tegen Hesdo) Kort geding. Procesrecht. Philips heeft een dagvaarding uitgebracht waarin zij een verbod voor Hesdo vorderde om verdere inbreuk te maken op de auteursrechten van Philips op de Avent flessenwarmer. Vooruitlopend op de zitting heeft Hesdo producties in het geding gebracht, waarop zij zich ter zitting zou gaan beroepen. Naar aanleiding van deze producties trok Philips de zaak in, omdat zij nader onderzoek moest verrichten naar de houdbaarheid van haar vorderingen. Hesdo vordert € 25.052,62 aan proceskosten ter voorbereiding van de ingetrokken inbreukzaak. Vooropgesteld wordt dat de Hoge Raad in zijn uitspraak van 3 juni 2016 [IEF 15988] heeft geoordeeld dat het mogelijk is voor een gedaagde partij om alsnog een proceskostenveroordeling te vorderen, in geval een eisende partij een kort geding intrekt. Dat geldt ook voor kort gedingen met betrekking tot het intellectueel eigendomsrecht. Hesdo heeft echter de door haar gestelde kosten niet voldoende gespecificeerd, waardoor Philips zich niet, althans niet behoorlijk heeft kunnen verweren. De te vergoeden kosten worden daarom op de gebruikelijke wijze begroot op € 1.636,00.

3.3. De voorzieningenrechter constateert dat Hesdo de door haar gestelde kosten niet heeft gespecificeerd, anders dan door overlegging van drie declaraties waarop slechts in zijn algemeenheid een honorarium en een bedrag aan kantoorkosten, vermeerderd met BTW, staan vermeld. Deze declaraties bevatten geen opgave van het totale aantal uren dat mr. Veenhuysen aan de voorbereiding van de zaak heeft besteed noch een specificatie van de door hem in die uren verrichte werkzaamheden en het gehanteerde (uur)tarief. Ook de kosten die door de medewerkers van Hesdo zelf zijn opgevoerd, zijn niet (nader) gespecificeerd en onderbouwd. Dit leidt ertoe dat Philips zich (inhoudelijk) niet, althans niet behoorlijk tegen de ingediende declaraties en daarmee het gevorderde totaalbedrag heeft kunnen verweren en dat niet kan worden vastgesteld of de opgevoerde kosten redelijk en evenredig zijn als bedoeld in artikel 1019h Rv. Wel is aannemelijk dat Hesdo zich (uitvoerig) op de geplande zitting van 21 september 2020 heeft voorbereid en dat in verband daarmee de nodige kosten zijn gemaakt. De te vergoeden kosten zullen daarom op de gebruikelijke wijze worden begroot (zie onder andere HR 20 december 2013, CLI:NL:HR:2013:2057) op:
-  griffierecht € 656,00
- salaris advocaat € 980,00
Totaal € 1.636,00