Gepubliceerd op donderdag 12 oktober 2006
IEF 2742
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Proefschriftproces (3)

hm.bmpKort  rechtbankverslag 010 Publishers tegen NFM (zie bericht hieronder), Michel Frequin (hoofd juridische zaken van het NUV).

De auteur van ‘Maaskant. Architect van de vooruitgang’, Michelle Provoost, heeft voor haar proefschrift (integraal gepubliceerd op de website van de RUG), klik hier, IEF )over het werk van Maaskant zes foto's bij het Fotomuseum besteld. In de uitgave van 010 zijn uiteindelijk 22 foto's van fotografen vertegenwoordigd door het Fotomuseum opgenomen, waaronder de zes genoemde foto's. Het Fotomuseum vordert voor de aan de auteur geleverde foto's van 010 de vergoeding op grond van een vermeende overeenkomst met 010 en vordert voor de overige zestien foto's een vergoeding wegens auteursrechtinbreuk. 010 betwist de contractuele relatie met het Fotomuseum voor de zes foto's en beroept zich voor het toegestaan gebruik op het citaatrecht (het citeren in het kader van een wetenschappelijke verhandeling).

Ten behoeve van het verkrijgen van een principiële uitspraak over het citaatrecht, betwist 010 niet (meer) dat het Fotomuseum formeel namens de aangesloten fotografen in rechte kan optreden, hoewel dat zeker niet goed door het Fotomuseum was afgedekt. (Ik ga verder dan ook alleen op het citaatrecht in, MF.)

Volgens het Fotomuseum moet onderscheid worden gemaakt tussen het afgebeelde werk van de kunstenaar (Maaskant) en het werk van de fotograaf. Het werk van de fotograaf wordt niet besproken, dus met betrekking tot het werk van de fotograaf zou geen sprake zijn van citeren in de zin van de Auteurswet. De fraaie wijze waarop de foto's zijn opgenomen, soms over een hele pagina of over twee pagina's, maakt dat sprake is van versiering en niet van citeren. Er is geen sprake van een algemene wetenschapsexceptie: voor een handelsuitgave van een proefschrift dient gewoon te worden betaald. De vergoeding daarvoor is niet hoog en de fotografen hebben al een slechte inkomenspositie.

Namens 010 is gesteld dat wetenschappers de vrijheid moeten hebben om hun werk met citaten te onderbouwen. Dit betekent niet dat alle middelen daartoe gratis zijn geoorloofd, maar in dit geval is geen sprake van exploitatie van de foto's. Het gaat om het werk van Maaskant en niet om enkele foto's van een fotograaf. Het werk van de fotograaf wordt niet besproken. Daar gaat de wetenschappelijke verhandeling ook niet over.

De auteur was op de zitting aanwezig om het functioneel verband tussen foto's en tekst aan te geven. Volgens Provoost zijn de foto's geen versiering. In het boek worden de visuele aspecten van het werk van Maaskant besproken en die moeten goed zichtbaar worden gemaakt. Hans Oldewarris, directeur/uitgever van 010 Publishers, benadrukte nog eens dat het Fotomuseum prima werk levert en dat hij waar nodig ook graag gebruiksrechten regelt. Nu is er echter behoefte aan een duidelijke afbakening van de ruimte die het citaatrecht biedt. In die kwestie staat hij lijnrecht tegenover het Fotomuseum en soortgelijke organisaties, die het citaatrecht in feite geheel negeren.

MF