Gepubliceerd op donderdag 28 januari 2016
IEF 15648
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Publicatie ERGA-rapporten “The protection of minors in a converged environment” en “Material jurisdiction in a converged environment”

CvdM, Publicatie ERGA-rapporten “The protection of minors in a converged environment” en “Material jurisdiction in a converged environment”, 27 januari 2016
Uit het persbericht: De Europese groep van toezichthouders van audiovisuele media (ERGA*), die in 2016 onder Nederlands voorzitterschap van prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning staat, heeft twee rapporten gepubliceerd. Het eerste rapport gaat over de bescherming van minderjarigen tegen media-aanbod met een schadelijk karakter in een wereld waarin grenzen tussen de klassieke media en de sterk groeiende online media, vervagen. Het tweede rapport gaat over de vraag welke reikwijdte de Europese Richtlijn voor audiovisuele mediadiensten (Audiovisual Media Services Directive) zou moeten krijgen gelet op de snelle ontwikkelingen in het medialandschap.

Beide rapporten bevatten aanbevelingen gericht op de komende herziening van de Europese regels. In het ERGA-rapport over bescherming van minderjarigen wordt vastgesteld dat door de snelle verspreiding van smartphones, tablets etc. in combinatie met steeds grotere en snellere toegankelijkheid tot het internet, kinderen veel kwetsbaarder worden. Ouders in alle Europese landen maken zich grote zorgen over deze ontwikkelingen voor hun kinderen. Op dit moment worden traditionele televisie-uitzendingen strenger gereguleerd dan video-on-demand aanbod (zoals films en series op aanvraag en uitzending gemist- achtige diensten). Gelet op de enorm toegenomen populariteit van diensten die worden aangeboden op internet en bekeken op smartphone of tablet, is dat onderscheid in regulering niet langer verdedigbaar.

Daarnaast valt media-aanbod, dat met name wordt verspreid via sociale media, nu buiten de regulering van de Richtlijn. Om te waarborgen dat minderjarigen bij het gebruik van sociale media worden beschermd zou de EU de ontwikkeling door de industrie van efficiënte, toegankelijke technische middelen moeten stimuleren. Zo kunnen minderjarigen worden beschermd tegen alle soorten van audiovisueel media-aanbod met een schadelijk karakter, ongeacht het distributieplatform waarmee dat wordt aangeboden, de uitzendtechniek of het apparaat dat wordt gebruikt om het aanbod te bekijken. Er zou volgens Madeleine de Cock Buning, die de ERGA-werkgroep over bescherming van minderjarigen leidde, “een goed beschermingssysteem met duidelijke ondergrenzen moeten komen voor heel Europa dat toekomstbestendig is en rekening houdt met de culturele verschillen tussen de lidstaten.”

De snelle ontwikkelingen in het medialandschap spelen ook een belangrijke rol bij de vraag of de reikwijdte van de huidige Europese Richtlijn moet worden aangepast. De redactioneel verantwoordelijke professionele media partijen zijn op dit moment aanspreekbaar op  overtredingen van mediawetgeving. Maar welke rol spelen eigenlijk de zogeheten intermediairs en gatekeepers? Ofwel marktpartijen zoals digitale portal beheerders en elektronische programmagidsen die een sleutelrol vervullen bij het verschaffen van toegang tot audiovisueel media aanbod. Moeten die ook wettelijk aanspreekbaar zijn op het nakomen van bepaalde verplichtingen? Om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan voorspelbaarheid bij zowel consumenten als de audiovisuele aanbieders en toezichthouders, beveelt ERGA in zijn tweede rapport aan dat de Europese Commissie hierover helderheid schept en rekening houdt met de uitgangpunten van techniekneutraliteit en platformonafhankelijkheid.

*De afkorting ERGA staat voor European Regulators Group for Audiovisual Media Services

Link naar ERGA-press release: https://ec.europa.eu/digital-agenda/news-redirect/28613