Gepubliceerd op vrijdag 7 april 2017
IEF 16710
Rechtbank Amsterdam ||
Rechtbank Amsterdam , IEF 16710; ECLI:NL:RBAMS:2017:2131 (TMG tegen Stichting Loterijverlies), https://delex.nl/artikelen/publicatie-loterijverlies-van-telefoonnummer-journalist-verboden

Uitspraak ingezonden door Bas Le Poole, Le Poole Bekema.

Publicatie Loterijverlies van telefoonnummer journalist verboden

Vzr. Rechtbank Amsterdam 6 april 2017, IEF 16710; IT 2259; ECLI:NL:RBAMS:2017:2131 (TMG tegen stichting Loterijverlies) Mediarecht. Privacy. Eiser is journalist van De Telegraaf. Gedaagde is een actie gestart ter verkrijging van schadevergoedign van de Staatsloterij omdat zij de winnende loten niet trok uit uitsluitend verkochte loten. Bij (door het Hof bekrachtigde) beschikking is bestuurder van de Stichting geschortst vanwege het vermoeden van financieel beheer in strijd met de statuten. Daarover bericht journalist: "Boze deelnemers die de Staatsloterij willen aanpakken wegens misleiding, worden mogelijk belazerd door hun belangenbehartiger Loterijverlies.nl". Loterijverlies had het telefoonnummer van een Telegraaf-journalist niet onder haar leden mogen verspreiden met de oproep de journalist onder druk te zetten. Loterijverlies moet de desbetreffende nieuwsbrief van haar website halen. Ook moet de organisatie een nieuwe brief sturen met de mededeling dat de oproep onrechtmatig was. Loterijverlies is een organisatie die schadevergoeding eist van de Staatsloterij, namens ongeveer 190.000 deelnemers die zich misleid voelen door de winkansen die de Staatsloterij heeft genoemd in de periode tussen januari 2000 tot en met december 2007.

4.5. De onder 2.9 aangehaalde brief verschilt echter op een belangrijk punt van de andere uitingen, nu daarin wordt opgeroepen tot het ondernemen van actie, met vermelding van het (privé) telefoonnummer van [eiser sub 2] . Niet in geschil is dat deze brief aan ongeveer 190.000 ‘gedupeerden’ is verzonden.

Anders dan Loterijverlies c.s. heeft bepleit houdt deze brief wel degelijk een oproep in om [eiser sub 2] (persoonlijk) negatief te benaderen. Weliswaar wordt verzocht om ‘vriendelijk te vragen’ op te houden met ‘het saboteren van jullie claim’, maar daarnaast worden de ruim 190.000 gedupeerden uitgenodigd om ‘de aanval te openen op’ (De Telegraaf en) [eiser sub 2] en om ‘de druk op (…) vooral ‘journalist’ [eiser sub 2] te maximaliseren’. Het vermelden van het (privé) telefoonnummer van [eiser sub 2] in combinatie met deze oproep, is een ontoelaatbare inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Na een dergelijke oproep kan Loterijverlies mede verantwoordelijk worden gehouden voor de daarop volgende (re)acties. Daarnaast is aannemelijk dat [eiser sub 2] ernstig wordt belemmerd in zijn werkzaamheden als journalist doordat hij zijn telefoon ten gevolge van de vele oproepen heeft moeten uitzetten, waardoor (andere) berichten die van belang zijn voor zijn werk hem mogelijk niet bereiken. Dat [eiser sub 2] zelf in voorkomende gevallen eerder ook dit telefoonnummer al bekend had gemaakt, doet daar niet aan af. [eiser sub 2] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij na de oproep meer dan 100 voicemails en daarnaast meer dan 100 sms en appberichten heeft ontvangen met een zeer negatieve en soms zelfs dreigende lading (zoals deels via de telefoon van zijn raadsman ter zitting getoond). Ook is voldoende aannemelijk dat deze berichten een direct gevolg zijn van de gedane oproep. Overigens kan het (op grote schaal) verspreiden van een (privé) telefoonnummer zonder toestemming van betrokkene zelfs los van de hier aan de orde zijnde context als een ontoelaatbare inbreuk op diens privacy worden aangemerkt.

4.6. De conclusie is dat Loterijverlies door het verspreiden van deze oproep in de Informatiebrief met vermelding van het telefoonnummer van [eiser sub 2] , onrechtmatig jegens TMG c.s. heeft gehandeld. De vordering om (dit onderdeel van) de brief van internet te verwijderen en aan de betrokkenen een e-mail met een ‘rectificatie’ te sturen zal daarom worden toegewezen, zoals hierna nader bepaald. In de geschetste omstandigheden wordt dat een passende noodzakelijke maatregel geacht. Dat geldt ook voor (een veroordeling tot) de verwijdering van de oproep op internet, ook al is het telefoonnummer van [eiser sub 2] daarbij niet vermeld, aangezien de verzending van de brief en de plaatsing van het bericht door de vrijwel gelijkluidende inhoud onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.

De dwangsommen worden gematigd en gemaximeerd, zoals hierna vermeld.