Raad van State spreekt zich niet uit over ACTA-verdrag
De Raad van State ziet geen ruimte zich uit te spreken of het ACTA-verdrag, ter bescherming van intellectueel eigendom, strijdig is met de grondrechten voor burgers, nu de Europese Commissie het Hof van Justitie om advies over de interpretatie van het ACTA- verdrag heeft gevraagd.
Uit de kamerbrief: Bij brief van 1 mei jl. heeft de vice-president ons bericht dat de Afdeling advisering geen ruimte ziet om voorlichting te geven nu bij de interpretatie van de grondrechten zoals ze in de Grondwet zijn opgenomen, steeds de interpretatie van de grondrechten zoals ze zijn verwoord in het Europees verdrag van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Handvest van de Grondrechten van de EU in aanmerking moeten worden genomen. Het aan het Hof van Justitie gevraagde advies en de door de Afdeling Advisering te geven voorlichting zouden daardoor in hoge mate samenvallen.
Gezien deze beslissing van de vice-president zullen wij het advies van het Hof van Justitie afwachten, met inachtneming van onze toezegging in voornoemde brief niet tot ondertekening over te gaan totdat onomstotelijk vaststaat dat het verdrag in lijn is met de grondrechten.
Voor de volledigheid berichten wij u dat de Europese Commissie afgelopen week het verzoek om advies inzake ACTA bij het Hof van Justitie heeft ingediend. (IEF 11166 en IEF 10947).