4 jan 2023
Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn, BG.legal.
Rechtbank: auteursrechtinbreuk door het verstrekken van thumbnails
Rb. Amsterdam 4 januari 2023, IEF 21160, IT 4191; C/13/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Eiseres is professioneel fotografe. Zij heeft meermaals een licentie aan Cobra Art verleend voor het commercieel exploiteren van haar foto’s. Eiseres constateert dat Cobra Art na het verstrijken van de licentieperiode nog een aantal van haar foto’s heeft verkocht en deze gebruikt voor verschillende onlineadvertenties, hetgeen volgens eiseres kan worden gezien als een inbreuk op haar auteursrechten. Eiseres meent dat dit eveneens geldt voor de thumbnails die Cobra Art aan haar wederverkopers heeft verstrekt. Cobra Art stelt echter dat dat de wederverkopers zelf verantwoordelijk zijn voor de inbreuken die zij hebben gemaakt op de auteursrechten van eiseres.
De rechtbank is van oordeel dat het verkopen van/adverteren met de foto’s na het verstrijken van de licentieperiode kan worden aangemerkt als een inbreuk op de auteursrechten van eiseres. Ook het verveelvoudigen en verspreiden van de thumbnails vormt een inbreuk op de auteursrechten van Eiseres. Alhoewel eiseres de wederverkopers zelf moet aanspreken voor het ongeoorloofd openbaar maken van haar foto’s, heeft Cobra Art in dat kader wel onrechtmatig jegens eiseres gehandeld: als domeinnaamhouder heeft Cobra Art namelijk meegewerkt aan het laten voortbestaan van de inbreuken van de wederverkopers. Het dreigen met schadeclaims in reactie op de sommaties die eiseres heeft gericht tot de wederverkopers, kan volgens de rechtbank eveneens als onrechtmatig handelen worden gekwalificeerd.
4.18. Uit het voorgaande volgt het volgende. De onder I gevorderde verklaring voor recht dat Cobra Art een inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van ... wordt toegewezen voor zover het betreft de vorderingen onder I.a. (de vier foto's die buiten de licentieperiode zijn verkocht en het gebruik van een foto in een Google advertentie) en I.d. (het verveelvoudigen van de thumbnails). Tevens is toewijsbaar de vordering onder III.d (het onrechtmatig handelen door het tegenwerken, dan wel geen medewerking verlenen aan het handhaven door van haar auteursrechten. De overige vorderingen onder I tot en met III worden afgewezen. De onder IV gevorderde schadevergoeding wordt toegewezen tot een bedrag van € 13.250,00. De vorderingen onder V wordt afgewezen en de vorderingen onder VI en VII worden toegewezen, met dien verstande dat de rectificatie dient plaats te vinden volgens de tekst zoals die staat vermeld in de beslissing.