30 aug 2023
Rechter geeft aan dat overeengekomen honorarium billijk genoeg is
Rechtbank Gelderland 20 augustus 2023, IEF 21656; ECLI:NL:RBGEL:2023:4916 (Eiser/Stichting Pieterpad) Eiser is freelance schrijver en fotograaf. Met een compagnon heeft hij de gedaagde Stichting Pieterpad (hierna: de Stichting) opgericht, die zich inzet voor het behoud van een wandelroute. Daarbij wordt een gids geschreven, waarvoor eiser een honorarium ontvangt uit hoofde van zijn fotografische en redactionele werkzaamheden. Na uit het bestuur van de Stichting te zijn getreden raken eiser en de Stichting in onenigheid over het voortzetten van de samenwerking ten aanzien van de tiende druk van de gids. De Stichting geeft aan dat zij genoodzaakt zal zijn om een andere auteur te zoeken en het werk van eiser daarbij te vernietigen. Partijen gaan akkoord over een lager honorarium, waarbij eiser aangeeft dit slechts te doen om vernietiging van zijn werk te voorkomen. In onderhavig geschil vordert eiser nu een billijke royaltyvergoeding voor zijn geleverde foto’s en een verbod op publicatie van zijn geschreven teksten en foto’s.
Eiser stelt aan zijn vordering ten grondslag dat de Stichting onrechtmatig heeft gehandeld door hem te dwingen akkoord te gaan met de overeenkomst, omdat anders zijn werk vernietigd zou worden. Het honorarium dat hem betaald is (1 euro per verkochte gids) is geen billijke vergoeding, omdat zij niet in verhouding is met het gebruikelijke tarief. de economische waarde van het werk, de aard en omvang van de exploitatiebevoegdheid van de Stichting en de marktverhoudingen weinige en risico’s die bij deze exploitatie spelen. De Stichting stelt dat de vergoeding gezien omstandigheden wel billijk, is de overeenkomst niet onder ontoelaatbare druk tot stand gekomen en is de vordering tot inzage een onnodige. De rechtbank gaat niet mee in de stellingen van eiser. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd hoe hoog het honorarium in de branche gemiddeld is. Ook heeft eiser de economische waarde van het werk een stuk hoger geschat dan reëel is op basis van de verkoopcijfers. Eiser heeft niet onderbouwd wat de verhouding tussen zijn vergoeding en de waarde van de uiteindelijke exploitatie zou moeten zijn om te kunnen spreken van een billijke vergoeding. De exploitatiebevoegdheid van de Stichting is ook niet zo groot als eiser gesteld heeft. De stelling dat er geen risico’s in de branche van de Stichting zouden zijn, wordt niet gevolgd. Als laatste geeft de rechtbank aan dat er druk in de onderhandelingen was, maar niet van dien aard dat er sprake kan zijn van ontoelaatbare druk. Wel wordt eiser geacht een belang te hebben bij inzage van de verkoopcijfers. Alle andere vorderingen worden afgewezen.
4.27 De rechtbank stelt voorop dat het inherent aan iedere onderhandeling is dat er over en weer een zekere mate van druk wordt uitgeoefend. Zolang een van de partijen de voorwaarden van de andere partij niet aanvaardt, bestaat er de kans dat er geen overeenkomst tot stand komt. Het beginsel van contractsvrijheid brengt mee dat het iedere partij vrijstaat om te zeggen: of je gaat akkoord, of het gaat niet door. Er kunnen echter omstandigheden zijn die deze vrijheid te beperken. Zo kan het in strijd met de eisen van de redelijkheid en de billijkheid zijn om, als partijen in een vergevorderd stadium van onderhandeling zijn en de overeenkomst al deels is uitgevoerd, met geheel nieuwe eisen te komen waarop de wederpartij niet beducht hoefde te zijn. Dergelijke omstandigheden zijn echter door [eiser] niet gesteld. Zowel de mogelijkheid van een royaltyvergoeding per exemplaar, als een lumpsumvergoeding zijn gedurende de onderhandelingen aan de orde geweest, zodat het voorstel van Stichting Pieterpad in zoverre geen uitkomst was waar [eiser] geen rekening mee hoefde te houden. De uiteindelijke voorwaarden die zijn overeengekomen zijn ook niet zodanig bezwarend of onbillijk dat Stichting Pieterpad geacht moet worden misbruik te hebben gemaakt van de omstandigheid dat de werkzaamheden van [eiser] al voor een groot deel waren uitgevoerd. Van ontoelaatbare druk of misbruik van de omstandigheden door Stichting Pieterpad en/of NIVON is derhalve geen sprake geweest.