Rechter mag niet op politiek besluitvorming vooruitlopen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 13 juni 2012, LJN BW8334 (NPO en de Omroepen tegen de Telegraaf c.s.) - persbericht
Programmagegevens. (Geen) Auteursrecht. Geschriftenbescherming. Geen grond voor anticiperende interpretatie van een bepaling van een nieuwe wet ingeval deze niet past in het stelsel van het bestaande recht.
De Telegraaf mag de programmagegevens van de week erop niet publiceren zonder toestemming van de omroepen. Dat heeft de voorzieningrechter in Amsterdam vandaag bepaald. In het weekend van 2 juni deelde De Telegraaf een gratis omroepblad uit met programmagegevens voor een week. Omdat de omroepen deze concurrentie van De Telegraaf niet wilden, spanden de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), RTL Nederland, SBS Broadcasting en Veronica afgelopen maandag een kort geding aan. Ze vorderden een verbod om de programmagegevens voor een hele week te publiceren. De omroepen stellen dat de programmagegevens auteursrechtelijk beschermd zijn en dus niet zonder toestemming mogen worden gepubliceerd. De krant mag volgens de omroepen wel per dag en per weekeinde die informatie brengen.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg heeft recent een uitspraak gedaan waaruit volgens De Telegraaf zou volgen dat dergelijke programmagegevens niet zijn beschermd. Dat betekent volgens de krant dus dat de gegevens vrij zijn voor publicatie. De Nederlandse wetgever heeft volgens de voorzieningenrechter uitdrukkelijk bepaald dat de programmagegevens niet zonder toestemming van de omroepen mogen worden gepubliceerd.
Dat is een politieke keuze en de rechter kan niet om deze beslissing van de wetgever heen: dat zou in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel zijn. Het feit dat er in de politiek momenteel wordt nagedacht over een mogelijke verandering van het huidige stelsel doet daaraan niet af. In een dergelijk geval dient eerst de politiek te spreken en mag de rechter niet op de politieke besluitvorming vooruitlopen, vindt de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter legt De Telegraaf een dwangsom van tweehonderdduizend euro op per publicatie en veroordeelt de krant tot betaling van de proceskosten tot een hoogte van 27.651,17 euro.
Auteursrecht
4.11. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De Omroepen hebben niet aangegeven welke programmatitels naar hun mening auteursrechtelijk beschermd zijn en welke niet. De vordering is daarmee dermate onbepaald dat deze reeds hierom zou moeten worden afgewezen. Daar komt bij dat de Omroepen niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij de rechthebbenden ter zake de gestelde auteursrechten zijn. Bovendien is de voorzieningenrechter van oordeel dat het wat betreft de auteursrechtelijk beschermde titels gaat om een aankondiging als bedoeld in artikel 15a van de Auteurswet (Aw), die, nu de omvang van het geciteerde gedeelte door het te bereiken doel wordt gerechtvaardigd en ook overigens aan de vereisten van dat artikel is voldaan (zoals door de Telegraaf c.s. gesteld en door de Omroepen niet is weersproken), niet als inbreuk op een auteursrecht wordt beschouwd.Geschriftenbescherming
4.12. De Omroepen beroepen zich vervolgens op de geschriftenbescherming zoals deze in artikel 10 lid 1 Aw is vastgelegd.
4.13. De Telegraaf c.s. voert aan dat de programmagegevens zijn te beschouwen als een databank en beroept zich op Richtlijn 96/9/EG van de Europese Gemeenschap (hierna: de Databankenrichtlijn) en de uitleg die het Hof van Justitie van de Europese Unie hieraan heeft gegeven in zijn arrest van 1 maart 2012 (hierna: het Dataco-arrest).4.19. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Wat betreft de vraag of programmagegevens een intellectuele schepping van de maker vormen wordt verwezen naar hetgeen hiervoor onder 4.8 is overwogen. Nu geoordeeld moet worden dat de programmagegevens niet voldoen aan het oorspronkelijkheidsvereiste dient derhalve de vraag aan de orde te komen of zij wel vallen onder de in artikel 10 Aw geregelde geschriftenbescherming, in aanmerking genomen het bepaalde in het Dataco-arrest en de volgens het Adeneler-arrest op de rechter rustende verplichtingen.
4.20 (...) De tekst van dit artikel bevat derhalve niet het in het Dataco-arrest genoemde vereiste dat de verzameling een uiting is van de creatieve vrijheid van de maker. Het bij wijze van richtlijnconforme interpretatie toevoegen van een dergelijk vereiste aan de wet staat op zijn minst genomen op gespannen voet met de in het Adeneler-arrest opgenomen beperking dat de nationale rechter de wet niet contra legem uit mag leggen.
4.21. Daarbij is van belang dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in antwoord op vragen vanuit de Eerste Kamer heeft verklaard dat de vraag of het Dataco-arrest consequenties heeft voor de Auteurswet nog wordt bestudeerd. Het beginsel van scheiding der machten noopt de rechter tot terughoudendheid bij het vooruitlopen op een eventuele wetswijziging. Bovendien is door de Omroepen, met een beroep op literatuur en wetsgeschiedenis, betoogd dat de geschriftenbescherming van artikel 10 Aw (mede) een mededingingsrechtelijke achtergrond heeft. De Databankenrichtlijn verzet zich niet tegen bepalingen die ongeoorloofde mededinging tegengaan. De voorzieningenrechter dient er derhalve rekening mee te houden dat, ook ingeval de wetgever van oordeel zou zijn dat artikel 10 Aw in zijn huidige vorm niet kan blijven bestaan, hetgeen daarin zakelijk wordt bepaald (nl. een verbod op klakkeloos overnemen) vervolgens op een andere, met de richtlijn in overeenstemming te brengen wijze zal worden geregeld in een mededingingsrechtelijke regeling. Ook dit verzet zich tegen het bij wijze van richtlijnconforme interpretatie toevoegen van de oorspronkelijkheidstoets aan artikel 10 lid 3 Aw.4.24. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er geen goede grond voor anticiperende interpretatie van een bepaling van een nieuwe wet ingeval deze niet past in het stelsel van het bestaande recht (vgl. Hoge Raad 19 oktober 1984, LJN AG4882 en Hoge Raad 27 juni 1997, ZC2401). Een dergelijke situatie doet zich in hier voor, nu het huidige stelsel van de Mediawet 2008 uitgaat van een verbod tot openbaarmaking zonder toestemming, terwijl het nieuwe stelsel uitgaan van een verplichting tot openbaarmaking tegen marktconforme tarieven. Daar komt bij dat het wetsvoorstel nog niet door de Eerste Kamer is aanvaard en inwerkingtreding volgens de Telegraaf c.s. eerst per 1 januari 2013 is voorzien. Dit leidt tot het oordeel dat een anticiperende interpretatie zoals door De Telegraaf c.s. bepleit in dit geval niet kan worden aanvaard. Dit klemt temeer nu het hier een wetsbepaling ingegeven door politieke overwegingen betreft. In zo’n geval dient eerst de politiek te spreken en mag de rechter niet op de politieke besluitvorming vooruit te lopen.
Misbruik machtspositie
4.33. De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen over deze vragen reeds eerder een bodemprocedure hebben gevoerd, waarin het standpunt van de Telegraaf is verworpen. In een kort geding procedure dient de voorzieningenrechter zich in beginsel te richten naar het eerdere oordeel van de bodemrechter. Door de Telegraaf c.s. zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan dit beginsel in onderhavig kort geding uitzondering zal moeten leiden. Ook zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de einduitspraken in de bodemprocedures een kennelijke misslag bevatten. Dat de Telegraaf het niet eens is met de einduitspraken in die procedures is daarvoor onvoldoende. Het betreffende verweer van de Telegraaf c.s. zal derhalve worden verworpen.
Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (De Telegraaf mag geen programmagegevens publiceren)
LeidenLawBlog (Weekly TV guides and the Football DataCo decision of the CJEU)
MediaReport (Uitspraak programmagegevens: rechter oordeelt dat politiek aan zet is)
Rechtspraak.nl (persbericht)