24 jan 2024
Rechter oordeelt over rechtmatigheid van twee artikelen van het FD
Rb. Amsterdam 24 januari 2024, IEF 21864; ECLI:NL:RBAMS:2024:319 (Eiser tegen Het Financieele Dagblad) Eiser is ondernemer en grootaandeelhouder van B&S Group (hierna: B&S). Eiser maakt bezwaar tegen twee artikelen die in het Financieele Dagblad (hierna: FD) zijn geplaatst over de onderneming van eiser. Hierbij gaat het om de artikelen die op 2 en 3 november 2022 in het FD zijn geplaatst.
De artikelen gaan over een investering van eiser in Iraanse marmermijnen in het licht van mogelijke risico’s voor aandeelhouders van de onderneming waarvan hij grootaandeelhouder is, namelijk B&S. Eiser vordert voor recht te verklaren dat het FD met de publicaties onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser. Het belang van eiser is het recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer. Het belang van het FD is de vrijheid van meningsuiting. De rechtbank maakt een afweging tussen deze twee belangen en komt vervolgens met een conclusie. Met betrekking tot artikel van 2 november 2022 oordeelt de rechtbank dat het artikel niet onrechtmatig is. Het FD heeft voldoende feitelijke basis om te publiceren over de mogelijke risico's verbonden aan de investeringen van eiser in Iraanse mijnen. Bovendien heeft het FD voldoende zorgvuldigheid betracht bij het gebruik van vertrouwelijke informatie, het toepassen van wederhoor, en het hanteren van citaten. Eiser beweert dat het FD zijn persoonsgegevens onrechtmatig heeft gebruikt, maar de rechtbank oordeelt dat hier onvoldoende bewijs voor is.
Met betrekking tot het artikel van 3 november 2022 oordeelt de rechtbank dat de door het FD overlegde stukken onvoldoende zijn om de juistheid van de weergave van een gesprek kunnen onderbouwen. In dit artikel wordt door een getuige beweerd dat eiser en/of B&S Amerikaanse sanctieregels hebben geschonden. Het FD wordt bevolen om een rectificatie te plaatsen om het onjuiste deel van het artikel te corrigeren. De rectificatie moet op dezelfde plaats worden geplaatst als het oorspronkelijke artikel, met een roze achtergrond zoals gebruikelijk is voor het FD. Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat het artikel van 2 november 2022 rechtmatig is, terwijl het artikel van 3 november 2022 gedeeltelijk onrechtmatig wordt bevonden.