Rechtmatige uitlating burgemeester over 'intrekking' van subsidie
Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 februari 2015, IEF 14703; ECLI:NL:RBAMS:2015:974 (Stichting Oogappel tegen Gemeente Amsterdam)
Mediarecht. Geen rectificatie. Rechtmatige uitlating. Vordering tot rectificatie van de Stichting Oogappel (vrijwilligersorganisatie van vrouwen en meisjes uit etnische minderheidsgroep) tegen de Gemeente Amsterdam, wordt afgewezen. De Gemeente heeft volgens de voorzieningenrechter niet onrechtmatig gehandeld door bij monde van de burgemeester te verklaren dat de subsidie is ingetrokken. Aanleiding van deze kwestie was ambtsbericht van AIVD dat een deelneemster aan activiteiten van de stichting anti-integratief gedachtengoed zou verspreiden.
Strikt genomen is geen sprake van ‘intrekking’ van subsidie, wanneer de Stichting op dat moment geen subsidie ontving. Het verschil in betekenis tussen het intrekken van subsidie en het niet verlenen daarvan (het afwijzen van aanvragen) is echter dermate subtiel, dat de uitlating van de burgemeester in deze context niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt.
4.5. In de commissievergadering is aan de orde geweest dat geen subsidie zal worden verstrekt aan organisaties (buurthuizen) die mogelijk anti-integratieve activiteiten ontplooien en/of het uiten van radicaal islamitisch gedachtegoed propageren en/of faciliteren. In dat verband is de kwestie met de Stichting aan de orde gekomen. Niet in geschil is dat naar aanleiding van het ambtsbericht van de AIVD de toen lopende subsidieaanvragen van de Stichting zijn afgewezen. In die context heeft de burgemeester zijn uitlatingen gedaan. Strikt genomen is geen sprake van ‘intrekking’ van subsidie, als, zoals tussen partijen niet in geschil is, de Stichting op dat moment geen subsidie ontving. Het verschil in betekenis tussen het intrekken van subsidie en het niet (langer) verlenen daarvan (het afwijzen van aanvragen) is echter dermate subtiel, dat de uitlating van de burgemeester in deze context niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt. Indien de burgemeester zou hebben verklaard dat de subsidieaanvraag was afgewezen in plaats van dat de subsidie was ingetrokken, zouden de gevolgen daarvan voor de Stichting immers vermoedelijk niet anders zijn geweest. Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering onder A wordt afgewezen.