Reclame tribute-show Tina Turner mag geen valse indruk wekken

Bundesgerichtshof 24 februari 2022, IEF 20933, IEFbe 3537; I ZR 2/21 (Tina Turner tegen producent tribute-show) Uit het persbericht: Eiseres, die de artiestennaam Tina Turner draagt, is een wereldberoemde zangeres. Verweerder is producent van een show waarin zanger F. optreedt en de grootste hits van eiseres ten gehore brengt. Verweerder adverteerde met posters waarop F. was afgebeeld en waarop de show werd aangekondigd met de woorden "SIMPLY THE BEST - THE tina turner STORY". Eiseres is van mening dat door de overeenkomst tussen F. en haar en genoemde tekst de kijker ervan uitgaat dat zij zelf op de affiches is afgebeeld en betrokken is bij de voorstelling. Eiseres had niet ingestemd met het gebruik van haar beeltenis of haar naam en eist dat de gedaagde met het gebruik stopt.

Reclame voor een show waarin liedjes van een beroemde zangeres worden gezongen door een actrice die opmerkelijk veel op haar lijkt, met een portret van de actrice dat de bedrieglijk reële indruk wekt zelf de beroemde zangeres te zijn, valt over het algemeen onder artistieke vrijheid. Dat ligt anders als de onjuiste indruk wordt gewekt dat de zangeres het ondersteunt of er zelfs bij betrokken is. Het Bundesgerichtshof is het eens met het hof wat betreft het oordeel dat in de affiches van gedaagde niet de onware feitelijke stelling stond dat eiseres de voorstelling van gedaagde steunde of er zelfs maar bij betrokken was. De posters bevatten hierover geen expliciete uitspraak en zijn in die zin niet dubbelzinnig. Het beroep wordt verworpen.

Der Anwendung des § 23 Abs. 1 Nr. 4 KUG steht auch nicht entgegen, dass die Beklagte ein Bildnis der Klägerin zur Bewerbung einer anderen Kunstform - hier einer Tribute-Show - eingesetzt hat. Vor dem Hintergrund des weiten Schutzbereichs der Kunstfreiheit nach Art. 5 Abs. 3 GG ist dies vom Anwendungsbereich der Vorschrift erfasst.

Die Werbung für eine Show, in der Lieder einer prominenten Sängerin von einer ihr täuschend ähnlich sehenden Darstellerin nachgesungen werden, mit einem Bildnis der Darstellerin, das den täuschend echten Eindruck erweckt, es handele sich um die prominente Sängerin selbst, ist grundsätzlich von der Kunstfreiheit gedeckt. Ein nicht gerechtfertigter Eingriff in den vermögenswerten Bestandteil des allgemeinen Persönlichkeitsrechts des prominenten Originals ist mit der Werbung für eine solche Tribute-Show allerdings dann verbunden, wenn der unzutreffende Eindruck erweckt wird, das prominente Original unterstütze sie oder wirke sogar an ihr mit. Das Berufungsgericht ist zu dem zutreffenden Ergebnis gelangt, dass den Plakaten der Beklagten nicht die unwahre Tatsachenbehauptung zu entnehmen ist, die Klägerin unterstütze die Show der Beklagten oder wirke sogar an ihr mit. Die Plakate enthalten keine ausdrückliche Aussage darüber und sind auch nicht in diesem Sinne mehrdeutig.

Für die Interessenabwägung zum Recht der Klägerin am eigenen Namen hat das Berufungsgericht auf seine Ausführungen bei der Interessenabwägung zum Recht am eigenen Bild verwiesen. Dies ist ebenfalls nicht zu beanstanden.