Gepubliceerd op maandag 14 maart 2016
IEF 15759
Rechtbank Amsterdam ||
11 mrt 2016
Rechtbank Amsterdam 11 mrt 2016, IEF 15759; ECLI:NL:RBAMS:2016:128 (Eritrese intimidatie breidt uit), https://delex.nl/artikelen/rectificatie-afgewezen-voor-volkskrant-artikel-eritrese-intimidatie-breidt-uit

Uitspraak ingezonden door Christien Wildeman en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan.

Rectificatie afgewezen voor Volkskrant-artikel 'Eritrese intimidatie breidt uit'

Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 maart 2016, IEF 15759 ; ECLI:NL:RBAMS:2016:1284 (Eritrese intimidatie breidt uit)
Mediarecht. Geen rectificatie. Een onafhankelijk journalist heeft de Volkskrant in kort geding gedagvaard tot rectificatie van het artikel met de kop “Eritrese intimidatie breidt zich uit”. In dat artikel werd een bericht op twitter van de journalist genoemd als voorbeeld van intimidatie. Gezien de context waarin het twitterbericht moet worden gelezen, komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de Volkskrant de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet heeft overschreden.

2.5. Bij e-mail van 29 januari 2016 heeft [eiser] de Volkskrant onder meer verzocht het artikel te verwijderen van het internet en een rectificatie te plaatsen. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het artikel ten onrechte suggereert dat [eiser] een aanhanger is van het Eritrese regime, dat ten onrechte niet is vermeld dat [eiser] journalist is en dat het woord ‘kan’ geen juiste vertaling is van de Engelse woorden ‘could be’ die in de tweet voorkomen. Volgens de e-mail is de tweet in wezen volstrekt neutraal, terwijl dat door [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] niet is onderkend.

2.6. Nadien is aan het artikel op de website van de Volkskrant de volgende mededeling toegevoegd:
NB: De hieronder aangehaalde tweet “This could be a career ending case for the both of you” is van de Amerikaans-Nederlandse journalist [eiser] . Bij een eerdere versie van dit bericht stond ook een afbeelding van deze tweet. Voorzover daardoor de indruk is gewekt dat [eiser] een Eritreeër is en een aanhanger van het Eritrese regime, is dat ten onrechte. Die indruk heeft de Volkskrant niet willen wekken.

4.4. De Volkskrant heeft aangevoerd dat de inhoud van de tweet in het geheel niet “volstrekt neutraal” is en gezien moet worden in de context van andere tweets en gedragingen van [eiser] en van andere twitteraars onder wie [naam 2] . In de periode van mei 2015 tot en met januari 2016 heeft [eiser] 106 tweets aan [naam 3] gericht en 81 aan [naam 1] . Ook de tweet This could be a career ending case for the both of you is direct aan [naam 1] en [naam 3] gericht. Deze tweet heeft een dreigende ondertoon en is zonder meer als intimiderend aan te merken. Dit is niet louter de subjectieve beleving van [naam 1] en [naam 3] , aldus de Volkskrant. Ook heeft de Volkskrant aangevoerd dat zij van de tweet melding mag maken omdat dit is gedaan in het kader van een publiek debat over een ernstige misstand. Bovendien wordt een tweet door de twitteraar zelf in de openbaarheid gebracht, met als doel maximale aandacht.

4.5. Met de Volkskrant is de voorzieningen

4.7. De conclusie tot zover is dat van ernstige beschuldigingen aan het adres van [eiser] die geen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal geen sprake is. Het artikel wordt dan ook niet onrechtmatig jegens [eiser] geacht, waardoor de onder 4.1 genoemde belangenafweging in het voordeel van gedaagden uitvalt. De Volkskrant heeft terecht aangevoerd dat zij een ernstige (publieke) misstand aan de kaak heeft gesteld en dat zij hiermee de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet heeft overschreden. Daar staat weliswaar tegenover dat publicatie van de tweet in het artikel mogelijk voor [eiser] nadelige gevolgen kan hebben, maar die tweet is door [eiser] zelf in de openbaarheid gebracht.

4.8. Dat de Volkskrant jegens [eiser] geen wederhoor heeft toegepast maakt het voorgaande niet anders. Het enkel achterwege laten van wederhoor leidt niet zonder meer tot onrechtmatigheid van een gewraakte publicatie. Dat geldt ook in dit geval. [eiser] heeft in dit geding niet aannemelijk gemaakt dat wederhoor, indien de Volkskrant hiertoe was overgegaan, zou hebben geleid tot een andere inhoud van het artikel. De vraag van de voorzieningenrechter waarom hij, twee dagen vóór het kort geding van [naam 2] tegen [naam 1] , de tweet heeft verstuurd indien deze niet als intimidatie zou zijn bedoeld, heeft [eiser] immers niet afdoende kunnen beantwoorden (zie 4.3).

4.9.
Ook het beroep van [eiser] op de Wbp en zijn portretrecht leidt er niet toe dat zijn vorderingen (in enige vorm) kunnen worden toegewezen. Afgezien van het feit dat de afgebeelde tweet (en het portret) van de website van de Volkskrant zijn verwijderd, valt voorshands niet in te zien dat een twitterbericht een persoonsgegeven is. Door op Twitter de openbaarheid te zoeken, gaat de gebruiker bovendien akkoord met de voorwaarden van Twitter, die hergebruik door derden toestaan en aanmoedigen. [eiser] heeft er zelf voor gekozen de tweet (met zijn portret) de wereld in te sturen en de bedoeling hiervan is maximale aandacht. Tegen die achtergrond kan een beroep op privacy dan ook niet slagen.

rechter voorshands van oordeel dat de gewraakte tweet niet op zichzelf kan worden beoordeeld maar in de context moet worden gezien van andere tweets en gedragingen van [eiser] . Op grond van de grote hoeveelheid tweets die door de Volkskrant als productie 1 in het geding is gebracht, is in dit kort geding voldoende aannemelijk geworden dat [eiser] sympathiseert met [naam 2] en stelling neemt tegen [naam 1] en [naam 3] . (...)

 

Op andere blogs:
Mediareport