25 mei 2018
Rectificatie geen geschikt middel voor gedane uitingen over fraude door OTS
Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 mei 2018, IEF 17884; ECLI:NL:RBAMS:2018:5204 (Bovando tegen OTS) Mediarecht. Onrechtmatige publicatie. Eiser was voormalig managing director bij OTS. KPMG was Emporos (nu Bovando) tegengekomen als contractspartij van OTS. Eiser is aandeelhouder en bestuurder bij Emporos. OTS heeft onderzoek laten verrichten door Hermes naar de achtergrond van de betalingen aan Emporos. OTS heeft op hun site een bericht geplaatst dat eiser fraude heeft gepleegd en heeft een mededeling gedaan aan klanten van wie op dat moment projecten liepen. Eiser vordert de gedane uitspraken van haar website te verwijderen en deze te rectificeren door plaatsing van een rectificatie op diezelfde website en toezending van een rectificatie aan derden die eerder een brief van OTS hebben ontvangen over fraude. Door rectificatie te vorderen zal de eiser weer in de belangstelling komen te staan terwijl de zaak nu juist aan het wegebben is. De vordering wordt afgewezen.
4.8. Nu is het in het rapport Hermes genoemde bedrag van USD 339.000,00 niet hetzelfde als miljoenen euro’s, maar een rectificatie in die zin zal [eiser sub 1] niet echt helpen. Integendeel, het voornaamste gevolg van een rectificatie zal naar verwachting zijn dat de kwestie opnieuw in de aandacht komt te staan, terwijl de storm na de uitlatingen van de [familie] nu juist een beetje is gaan liggen. Ter zitting heeft [eiser sub 1] bevestigd dat de zaak aan het wegebben is, waarbij het plotselinge vertrek van de [familie] heeft geholpen.
4.9. Alles afwegende, waarbij ook in aanmerking wordt genomen dat OTS de publicaties van [naam zoon] en [naam vader] op 30 maart 2017 heeft verwijderd van de websites en heeft toegezegd die publicaties verwijderd te zullen houden, heeft [eisers] onvoldoende belang bij een rectificatie die recht doet aan de feiten zoals die nu voor liggen. Dat [eiser sub 1] een bedrag aan immateriële schadevergoeding zal worden toegewezen is voorshands niet aannemelijk geworden, zodat daarop geen voorschot kan worden toegewezen. De vordering zal dan ook in zijn geheel worden afgewezen.