Artikel ingezonden door Terry Häcker.
Representatief en niet-representatief onderzoek. Van Monshoe/Puma tot NRC Buurtenonderzoek
In Berichten industriële eigendom (BIE, juli/augustus 2024, pagina 214 en 215), geven Rutger de Beer en Julie Visser een overzicht van een selectie van relevante en opvallende merkenrechtelijke rechtspraak (Terugblik Merkenrecht 2023-2024). Een van de daarin behandelde zaken betreft Monshoe/Puma (Hof Den Haag 9 april 2024, ECLI:NL:GHDHA 2024:569). Een zaak waarin de uitkomsten van het ingebrachte marktonderzoek kennelijk een voorname rol speelden bij de uitspraak.
In die uitspraak wordt vastgesteld dat de mate van overeenstemming tussen de Formstrip van Puma en het teken op de sneaker van Monshoe niet voldoende was om het relevante publiek een verband te laten leggen tussen beide. Dit bleek ook uit de door Monshoe overgelegde marktonderzoeken in drie landen. Het Hof weerlegde de kritiek van Puma dat de onderzoeken niet zouden voldoen aan de daaraan te stellen formele eisen duidelijkheid en controleerbaarheid van de gestelde vragen, de groep van respondenten, de gegeven antwoorden en wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Zie r.o. 6.22 en 6.23 in het arrest.
Genoemde eisen worden ook in het standaardwerk ‘Marktonderzoek in de Rechtszaal’ van dr Harry van den Berg uitvoerig behandeld. En ook in de publicatie Publiceren over Marktonderzoek en Opinie-onderzoek (drs Peter van Westendorp en dr Lex Olivier) komen de do’s en don’ts van onderzoek aan bod. De representativiteit is een van de meest basale van de eisen waaraan een onderzoek dient te voldoen. Goed dat rechters hier oog voor hebben. Helaas echter, wordt soms nogal soepel omgegaan met het begrip ‘representatief’. Bijvoorbeeld in de journalistiek. Zie mijn LinkedIn commentaar d.d. 22 augustus 2024 op het NRC Buurtenonderzoek (NRC vrijdag 15 augustus 2024, pag. 4, 5 en 6).