Reputatiebescherming brengt geen positieve verplichtingen met zich mee
Vzr. Rechtbank Overijssel 2 oktober 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:2360 (Pretium tegen Wegener Media)
Mediarecht. Bescherming van reputatie is geen positieve verplichting om bezwarende publicatie voorafgaand voor te leggen. Wel onrechtmatige publicatie, geen rectificatie. Eiser vordert verwijdering en rectificatie van in een oproep en vijf uit die oproep voortvloeiende artikelen op de website van en in de krant Twentsche courant Tubantia, gepubliceerd door gedaagde, op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter gebiedt verwijdering van de oproep en wijst de overige vorderingen af. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Wegener Pretium in de onderhavige omstandigheden niet in de gelegenheid had hoeven te stellen om voorafgaand aan de publicatie van de oproep haar versie van de “feiten” te geven. In het recht op bescherming van de reputatie kan immers geen positieve verplichting worden ingelezen voor journalisten en uitgevers om mogelijk bezwarende publicaties steeds voorafgaand aan publicatie voor te leggen aan de betrokkene.
2.3. Wegener heeft op 13 juli 2013 op haar website, met daarbij een afbeelding van de homepage van Pretium, en op 19 juli 2013 in het dagblad, het volgende artikel gepubliceerd: “Oproep: wat zijn uw ervaringen met Pretium?
ENSCHEDE- Deze krant ontvangt signalen van lezers dat telecomfirma Pretium een offensief is begonnen in Twente om KPN-abonnees over te halen een Pretium-abonnement te nemen.
Volgens de lezers hebben vooral de oudere abonnees niet in de gaten dat ze een ander abonnement afsluiten. Ze willen niet switchen, maar krijgen toch een brief thuis waarin ze worden gefeliciteerd met hun nieuwe abonnement. Waar ze vervolgens naar eigen zeggen moeilijk van af komen. Deze krant wil hier met hulp van zoveel mogelijk lezers onderzoek naar doen.
Daarom de oproep om uw ervaringen met provider Pretium onder vermelding van naam, woonplaats en telefoonnummer te mailen aan: [e-mailadres].”
2.7. Op 31 augustus heeft Wegener in De Twentsche Courant Tubantia een vijftal artikelen geplaatst met de titels: “Met wie? Werving Pretium valt verkeerd”, “Ik heb niets getekend”, “Verkoopprocedure veranderen”, “Bron blijft geheim” en “Rechter abonnee”.4.11. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Wegener Pretium in de onderhavige omstandigheden niet in de gelegenheid had hoeven te stellen om voorafgaand aan de publicatie van de oproep haar versie van de “feiten” te geven. In het recht op bescherming van de reputatie kan immers geen positieve verplichting worden ingelezen voor journalisten en uitgevers om mogelijk bezwarende publicaties steeds voorafgaand aan publicatie voor te leggen aan de betrokkene. Daarvan zou naar het oordeel van de voorzieningenrechter overigens ook een te groot ontmoedigend effect uitgaan. Het zou een onwenselijke aantasting opleveren voor de publieke waakhondfunctie van de pers.
4.12. Het voorgaande betekent dat de voorzieningenrechter in dit concrete geval van oordeel is dat (de inhoud van) de oproep van dien aard is dat deze als onrechtmatig jegens Pretium moet worden aangemerkt. Pretium koppelt aan deze vaststelling de vordering dat de oproep daarom moet worden gerectificeerd op de voorpagina of elders in de zaterdageditie van de krant. Die vordering zal de voorzieningenrechter echter niet toewijzen.
4.13. Een rectificatie als gevorderd oordeelt de voorzieningenrechter als een te zwaar en
Wegener onredelijk bezwarend middel, nu immers na de oproep op 31 augustus 2013 uitgebreid door Wegener in de krant over Pretium is gepubliceerd. Een rectificatie van de oproep heeft derhalve geen inhoudelijk effect nu dat de eigenlijke inhoudelijke publicatie in de krant over Pretium onverlet laat.4.14. De publicaties die naast het artikel “Met wie? Werving Pretium valt verkeerd” zijn gepubliceerd, borduren alle voort op dat laatstgenoemde artikel. Gelet op hetgeen de voorzieningenrechter in deze rechtbank in zijn vonnis van 30 augustus jl. heeft overwogen, kan de beoordeling of de inhoud van de vijf artikelen een ontoelaatbare aantasting inhouden van de reputatie van Pretium niet aan de orde komen, nu daarover reeds door de voorzieningenrechter in deze rechtbank in het vonnis van 30 augustus jl. is beslist. De voorzieningenrechter heeft in rechtsoverweging 4.11. overwogen dat gesteld noch gebleken is dat het artikel fouten of onwaarheden bevat die met zich mee zouden brengen dat, geheel los van de vrijheid van meningsuiting, die publicatie jegens Pretium onrechtmatig zou zijn. De onderhavige procedure kan niet een verkapt rechtsmiddel zijn tegen een eerder op dat punt jegens Pretium gegeven onwelgevallige beslissing door de voorzieningenrechter. De stellingen van Pretium die daarop gericht zijn, dienen reeds daarom te worden gepasseerd.
4.15. Dan resteert enkel nog de stelling van Pretium dat de disproportionele wijze van publiceren van de artikelen een ontoelaatbare aantasting inhouden van de reputatie van Pretium. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de wijze van publiceren, meer specifiek in welke omvang het artikel wordt geplaatst en op welke pagina(’s), is voorbehouden aan de uitgever. Of zij nu kiest voor een klein dan wel een groot artikel, al dan niet geplaatst op de voorpagina dan wel verspreid over meerdere pagina’s in de krant, de uitgever komt op dit punt redactionele vrijheid toe. In zoverre kan derhalve niet worden geoordeeld dat de wijze van publiceren onrechtmatig is.
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt Wegener om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de publicatie met de titel “Oproep: wat zijn uw ervaringen met Pretium?” inclusief het Pretium logo en de foto(‘s), alle links naar deze publicatie en alle eventuele reacties daarop, te verwijderen van haar website en deze blijvend verwijderd te houden, zowel uit haar hard copy uitgaven als op het internet,
Op andere blogs:
NJblog (Mag een krant lezers oproepen om ervaringen met een bedrijf te melden?)
NVJ (Oproep in Twentsche Courant Tubantia onrechtmatig)
MediaReport (Pretium en de pers: geen gelukkig huwelijk)