DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 21 januari 2021
IEF 19713
||
12 jan 2021
12 jan 2021, IEF 19713; ECLI:NL:RBNNE:2021:106 (Eiser tegen gemeente Oldambt), https://delex.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-aantasting-in-persoon

Schadevergoeding wegens aantasting in persoon

Ktr. Rechtbank Noord-Nederland 12 januari 2020, IEF 19714, IT 3382; ECLI:NL:RBNNE:2021:106 (Eiser tegen gemeente Oldambt) In 2016 heeft de gemeente Oldambt een perceel waarop zich een niet meer in gebruik zijnde schietbaan bevond, voor het symbolische bedrag van € 1,- te koop gezet. Eiser had belangstelling voor aankoop van de schietbaan en heeft een omgevingsvergunning aangevraagd en zijn gegegevens ingevuld. De gegevens zijn openbaar gemaakt. In deze procedure staat de vraag centraal of eiser in verband met een aantal datalekken op de gemeentelijke website, waarbij zijn BSN-nummer, e-mailadres en telefoonnummer zijn gepubliceerd, tegenover de gemeente aanspraak kan maken op betaling van een vergoeding voor de door hem gestelde materiële en immateriële schade. Er wordt geconcludeerd dat de gemeente met het ontstaan van genoemde datalekken de AVG heeft geschonden en daarom schadeplichtig is jegens eiser. In de gegeven omstandigheden bestaat geen aanleiding voor toewijzing van een bedrag aan materiële schadevergoeding, maar wel voor toekenning van een (beperkte) immateriële schadevergoeding.

4.14.
De rechtbank is, met partijen, van oordeel dat de herhaalde datalekken op de website van de gemeente, waarbij bepaalde persoonsgegevens van [eiser] zonder diens (voorafgaande) toestemming zijn gepubliceerd, te weten diens e-mailadres, BSN-nummer en telefoonnummer, als inbreuken op de privacy van [eiser] als bedoeld in artikel 4 lid 12 AVG moeten worden aangemerkt. De in verband daarmee door [eiser] gevorderde verklaring voor recht is dan ook toewijsbaar, zoals als hierna bij de beslissing te melden. Ook al zou sprake zijn van een incident, zoals de gemeente betoogt, dan nog heeft [eiser] naar het oordeel van de kantonrechter voldoende belang bij deze vordering.

4.21.
Het is de kantonrechter niet ontgaan dat [eiser] met de schietsport in verband kan worden gebracht. Die omstandigheid kan de gemeente echter bezwaarlijk worden toegerekend. Zoals hiervoor reeds overwogen, [eiser] heeft er allereerst zelf bewust aan meegewerkt dat zijn adresgegevens zouden worden gepubliceerd in verband met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de schietbaan. Daar komt nog bij dat [eiser] bewust heeft meegewerkt aan publicatie van een artikel in het Dagblad van het Noorden over de komst van de schietbaan, waarin hij duidelijk in verband wordt gebracht met deze schietbaan. Dit alles zo zijnde, heeft [eiser] naar het oordeel van de kantonrechter zelf bewerkstelligd dat derden hem met de schietbaan c.q. de schietsport zouden kunnen associëren. Zijn vrees dat kwaadwillende personen het om die reden op hem gemunt zouden (kunnen) hebben, ligt daarmee in zijn eigen risicosfeer. Hier staat de gemeente buiten. Het ligt voor de hand dat [eiser] gelet op zijn - door hemzelf kenbaar gemaakte - bezit van wapens sowieso tot beveiliging van zijn woning zou zijn overgegaan.

4.28.
De kantonrechter is wél van oordeel dat [eiser] anderszins in zijn persoon is aangetast. De persoonlijke levenssfeer van [eiser] is bij herhaling door de gemeente geschonden vanwege het - in strijd met de AVG - meermalen publiceren van het BSN-nummer, het e-mailadres en het telefoonnummer van [eiser] op de gemeentelijke website, zonder dat [eiser] daarvoor toestemming aan de gemeente had verleend (vgl. r.o. 36 van de uitspraak van de Afdeling). Het gaat hierbij ook om naar hun aard gevoelige gegevens, zeker waar het betreft het BSN-nummer van [eiser] . De nadelige gevolgen van het lekken daarvan, zoals identiteitsfraude, liggen voor de hand. Daarom heeft [eiser] naar het oordeel van de kantonrechter recht op toekenning van een naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor geleden immateriële schade. Gelet op de omstandigheden van het onderhavige geval, waaronder de aard, duur, frequentie en ernst van de inbreuk, afgezet tegen de omstandigheid dat niet is gebleken dat de datalekken tot concrete negatieve gevolgen hebben geleid, zal de kantonrechter deze schadevergoeding naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 500,00. Dit bedrag zal hierna worden toegewezen.