28 feb 2023
SIKN is niet gehouden de broncode voor appellant veilig te stellen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2023, IT 4244, IEF 21335; ECLI:NL:GHARL:2023:1772 (appellant tegen SIKN) De appellant heeft als vrijwilliger software ontwikkeld voor SIKN, maar de samenwerking is beëindigd. SIKN heeft de computer waarop de server draaide laten formatteren en verkocht, waardoor de appellant geen toegang meer heeft tot de broncode van zijn ontwikkelde software. De appellant eist dat SIKN aan hem de broncode afgeeft of schadevergoeding betaalt en verklaart dat de handelingen van SIKN onrechtmatig zijn. Het Hof oordeelt echter dat SIKN niet verplicht was om de broncode veilig te stellen, omdat de appellant slechts het programmeerwerk heeft gedaan en niet het functionele ontwerp heeft gemaakt. De broncode heeft auteursrechtelijke bescherming en de appellant heeft het auteursrecht daarop niet aan SIKN overgedragen. SIKN had toestemming om de broncodes te gebruiken, maar de licentieovereenkomst is inmiddels beëindigd. Het Hof oordeelt dat SIKN geen verplichting had om de broncode voor de appellant veilig te stellen, en dus is de vordering van de appellant om de broncode terug te geven niet toewijsbaar en slaagt het hoger beroep niet.
3.21. Met het sluiten van de vrijwilligersovereenkomst heeft [appellant] niet het auteursrecht op de broncode aan SIKN overgedragen. Dat staat er niet. In de vrijwilligersovereenkomst staat alleen dat [appellant] voor SIKN een database zal bouwen. Daarmee heeft SIKN niet het auteursrecht van [appellant] op de broncode verkregen. SIKN heeft geen feiten gesteld waar een dergelijke overdracht uit blijkt.
3.23. Het na het einde van de licentieovereenkomst laten formatteren van de computer waarop de server van SIKN draaide (waar de broncode op stond) en vervolgens verkopen van die computer, raakt het auteursrecht van [appellant] op de broncode niet. SIKN heeft daarmee het auteursrecht van [appellant] niet geschonden. [appellant] heeft nog steeds auteursrecht op de broncode.
3.25. Zonder toelichting, die ontbreekt, volgt uit de (beweerde, want betwiste) afspraak dat de (volledige) broncode in eerste instantie enkel en alleen op de server van SIKN wordt opgeslagen, niet dat op SIKN de verplichting rustte om de broncode voor [appellant] veilig te stellen. [appellant] heeft op de zitting bij het hof duidelijk gemaakt dat er valide redenen waren om de broncode op de server van SIKN te schrijven, maar ook dat betekent niet dat voor SIKN duidelijk was of moest zijn dat zij ervoor verantwoordelijk was dat de auteursrechtelijk beschermde creatie van [appellant] op een drager behouden bleef. Op grond van de bewoordingen van de afspraken zoals [appellant] stelt dat die zijn gemaakt, hoefde voor SIKN niet duidelijk te zijn dat zij dat risico droeg. Daarvoor is nodig dat [appellant] SIKN in duidelijke bewoordingen voor een dergelijk risico heeft gewaarschuwd, en SIKN had het dragen van dat risico moeten accepteren. [appellant] heeft geen feiten en/of omstandigheden gesteld waar dat uit blijkt. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat SIKN zelf niet beschikt over specialistische kennis op dat terrein, terwijl [appellant] juist als vrijwilliger bij SIKN betrokken is geraakt omdat hij wél over die kennis beschikt. [appellant] heeft niet aan zijn stelplicht voldaan. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen.