29 mrt 2022
Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.
Slaafse nabootsing van medische hulpmiddelen toegewezen
Hof Den Haag 29 maart 2022, IEF 20671, LS&R 2057; ECLI:NL:RBOT:2020:3961 (Fengh tegen Johnson & Johnson) Zie [IEF 19159]. Deze zaak gaat over de vraag of Fengh producten van Johnson & Johnson slaafs heeft nagebootst en daarnaast over de vraag of het door Fengh aanbieden van haar producten voor gebruik in combinatie met producten van Johnson & Johnson in strijd was met toepasselijke wet- en regelgeving over medische hulpmiddelen. Het hof oordeelt in dit arrest dat beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord. Fengh is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding voor financiële schade en reputatieschade.
6.26 Zoals hiervoor wordt overwogen bestond voor Fengh voldoende mogelijkheid om voor haar staplers, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid ervan, een andere vormgeving te kiezen. Dat was bovendien ook nodig, omdat de gelijkheid van haar staplers en de Ethicon staplers tot verwarring bij het publiek kan leiden. De verschillen in vormgeving zijn zo minimaal dat die ook een professioneel en deskundig publiek met een hoog aandachtsniveau kunnen ontgaan. Bovendien kan ook bij dat publiek gevaar voor indirecte verwarring aanwezig zijn, zoals volgt uit hetgeen hiervoor in 6.24 is overwogen. Onder die omstandigheden rustte op Fengh daarom de verplichting om waar redelijkerwijs mogelijk voor een andere vormgeving van haar staplers te keizen teneinde gevaar voor nodeloze verwarring bij het publiek te voorkomen. naar het oordeel van het hof heeft Fengh daaraan niet voldaan en daarmee handelde Fengh onrechtmatig jegens J&J.