DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 25 februari 2020
IEF 19035
||
24 jan 2020
24 jan 2020, IEF 19035; ECLI:NL:RBDHA:2020:519 (HE Licenties tegen VG Colours en Logico), https://delex.nl/artikelen/spoedeisend-belang-ontbreekt-bij-octrooi-procedure-van-he-licenties

Uitspraak ingezonden door Nadine Reijnders-Wiersma, Vondst.

Spoedeisend belang ontbreekt bij octrooi-procedure van HE Licenties

Vzr. Rechtbank Den Haag 24 januari 2020, IEF 19035; ECLI:NL:RBDHA:2020:519 (HE Licenties tegen VG Colours en Logico) Deze uitspraak is het vervolg van een langlopende octrooi-procedure inzake de kleuring van orchideeën tussen HE Licenties enerzijds en VG Colours en Logico anderzijds. HE Licenties is een bedrijf dat heeft geïnvesteerd in een nieuwe, geoctrooieerde techniek voor onder andere het kleuren van orchideeën. HE Licenties beschikt over een exclusieve licentie voor de exploitatie van het betreffende octrooi. VG Colours is een verkooporganisatie van orchideeën. Zij koopt orchideeën in en laat deze in opdracht kleuren door Gerard de Koning Bloemen B.V. (hierna: De Koning). Logico is een groothandel in bloemen, met name orchideeën. Zij verhandelt onder meer orchideeën van VG Colours.

Het laatste vonnis was een eindvonnis gewezen door rechtbank Den Haag op 19 juni 2019 [IEF 18535]. Hierin verklaarde de rechtbank dat VG Colours met de verhandeling in Nederland van orchideeën Phalaenopsis Royal Blue inbreuk heeft gemaakt op het octrooirecht van HE Licenties. Hier heeft VG Colours een bericht over gestuurd aan (een aantal van) haar klanten (hierna: het bericht). In het huidige geschil vordert HE Licenties dat VG Colours en Logico inzage verstrekken in de in de dagvaarding opgesomde, (deels) in bewijsbeslag genomen bescheiden. Daarnaast vordert HE Licenties dat VG Colours zich onthoudt van het verder verspreiden van het bericht en tevens een rectificatie en opgave van gegevens van geadresseerden van het bericht.

Over de eerste vordering wordt er geoordeeld dat er geen sprake is van voldoende spoedeisend belang bij inzage vanwege de door het Gerechtshof geschorste tenuitvoerlegging van het bodemvonnis alsmede dat inzage een ingrijpende en kostbare aangelegenheid is. De tweede vordering wordt deels toegewezen, vanwege het gebruik van de term “(oplichtings-)zaak” in het bericht. Het wordt VG Colours verboden het bericht verder te verspreiden. De gevorderde rectificatie en opgave van gegevens van geadresseerden van het bericht wordt echter disproportioneel geacht en afgewezen.

4.6. Ten aanzien van VG Colours is de voorzieningenrechter – met VG Colours – van oordeel dat door de schorsing van de tenuitvoerlegging van het eindvonnis HE Licenties geen spoedeisend belang meer heeft bij inzage in de beslagen stukken. De schorsing heeft tot gevolg dat als HE Licenties een schadestaatprocedure zou instellen, die procedure zou worden aangehouden in afwachting van de beslissing in hoger beroep. Dat HE Licenties onder deze omstandigheden niet zou kunnen wachten met het verkrijgen van inzage in de bescheiden totdat in het hoger beroep is beslist of al dan niet sprake is van inbreuk door VG Colours, ziet de voorzieningenrechter niet in. De door haar gevraagde exhibitie betreft immers (met name) bescheiden die in beslag zijn genomen en zich bij de bewaarder bevinden. Daar komt bij dat exhibitie voor VG Colours ingrijpend is en extra kosten met zich brengt, terwijl het gerechtshof in het incidentele arrest het restitutierisico voor VG Colours mede ten grondslag heeft gelegd aan zijn beslissing om te schorsen (vergelijk r.o. 4.4 van het arrest, geciteerd onder 2.6). De voorzieningenrechter gaat eveneens voorbij aan de stelling van HE Licenties dat in verband met het volgens haar reële scenario van een faillissement van VG Colours, het spoedeisend belang gelegen is in het feit dat stukken door een mogelijk faillissement verloren zouden gaan. Waarom stukken bij een faillissement verloren zouden gaan, is door HE Licenties niet nader toegelicht. Daar is naar voorlopig oordeel ook geen sprake van. De stukken komen in dat geval waarschijnlijk terecht bij de curator, maar gaan daarmee niet verloren. Bovendien geldt dit slechts voor een klein deel van de bescheiden waarvan exhibitie wordt gevraagd, omdat veel van de relevante bescheiden in beslag en bewaring zijn genomen. Tot slot is het ook nog maar de vraag in hoeverre HE Licenties nog belang zou hebben bij exhibitie voor een schadestaatprocedure, als het scenario van een faillissement van VG Colours realiteit zou worden.

4.16. Gelet op dit een en ander heeft VG Colours naar voorlopig oordeel de grenzen van het toelaatbare naar voorlopig oordeel overschreden met het gebruik van de term “(oplichtings-)zaak” in het bericht weergegeven in 2.9, maar gelet op het incidentele karakter en hetgeen in 4.14 is overwogen, niet in ernstige mate. Aan VG Colours zal een verbod worden opgelegd om in de toekomst het betreffende bericht nog verder te verspreiden op straffe van een dwangsom, die zal worden gemaximeerd als in het dictum bepaald. Ter vermijding van executiegeschillen wordt daaraan een termijn van 24 uur verbonden, zodat VG Colours het bericht van door haar beheerde en/of gebruikte internetsites kan verwijderen. De daarnaast gevorderde rectificatie en opgave van gegevens van geadresseerden van het bericht, acht de voorzieningenrechter echter in de hiervoor geschetste omstandigheden disproportioneel en zal dus worden afgewezen.