Gepubliceerd op maandag 29 augustus 2022
IEF 20909
Rechtbank Rotterdam ||
3 aug 2022
Rechtbank Rotterdam 3 aug 2022, IEF 20909; ECLI:NL:RBROT:2022:6857 (Eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/sprake-van-auteursrechtinbreuk-voor-sommatie

Sprake van auteursrechtinbreuk vóór sommatie

Rb. Rotterdam 3 augustus 2022, IEF 20909, RB 3689; ECLI:NL:RBROT:2022:6857 (eiser tegen gedaagde) Eiser verkoopt via zijn onderneming diverse consumentenartikelen en biedt deze onder meer op bol.com aan. Gedaagde heeft een onderneming die zich bezighoudt met detailhandel in huis- en tuinartikelen via internet en doet dit ook onder andere via bol.com. Eiser biedt onder meer hittebestendige barbecue-/ovenhandschoenen aan via bol.com onder het merk ‘Xamax’. Bij het aanbieden van dit product maakt eiser gebruik van een advertentietekst. Eiser heeft van Brand on-point de auteursrechten op de tekst gekregen. Eiser meent dat gedaagde, bij het aanbieden van haar producten, inbreuk maakt op de auteursrechten die eiser op de tekst heeft. Bij de beoordeling wordt door de rechtbank allereerst vastgesteld of de advertentietekst een auteursrechtelijk beschermd werk is. De rechtbank oordeelt dat dit het geval is. De tekst op een voldoende vrije en creatieve wijze in de advertentietekst verwerkt.

Vervolgens moet worden vastgesteld of eiser kan worden aangemerkt als rechthebbende ten aanzien van het auteursrecht. Ook dit is het geval volgens de rechtbank. Tot slot moet worden vastgesteld of gedaagde inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van eiser. De rechtbank oordeelt dat de tekst die gedaagde voor de sommatie gebruikte, vrijwel een volledige verveelvoudiging was van de tekst van eiser. Dit vormde dus een inbreuk op het auteursrecht van eiser. Wat betreft de tekst na de sommatie oordeelt de rechtbank dat gedaagde de tekst had aangepast. Hierdoor was er na de sommatie geen sprake meer van een inbreuk door gedaagde. De rechtbank concludeert dat de vordering tot staking van de auteursrechtinbreuk moet worden afgewezen omdat er geen sprake is van een dreigende inbreuk en eiser dus geen belang heeft bij toewijzing van de vordering. De gevorderde winstafdracht en de gevorderde dwangsom zijn ook niet toewijsbaar volgens de rechtbank.

4.6. De rechtbank volgt [naam gedaagde] niet in dit verweer. De tekst bevat weliswaar veel feitelijke informatie over de eigenschappen van het product maar dat sluit niet uit dat sprake kan zijn van een werk. De informatie is in dit geval op een voldoende vrije en creatieve wijze in de advertentietekst verwerkt. Daartoe wijst de rechtbank op de door [naam eiser] genoemde elementen die zich laten samenvatten als het geheel van de woordkeuze, zinsopbouw en -lengte, toonzetting, de verdeling van de tekst over de alinea’s, de rangschikking van de alinea’s en van de tekst binnen elke alinea, de gekozen kopjes en de keuze van vetgedrukte woorden.

4.11. [naam eiser] heeft zijn stelling onderbouwd met de opdrachtbevestiging en de factuur. In de opdrachtbevestiging staat dat die ziet op “Productomschrijving BBQ-handschoen Xamax” en daaruit blijkt verder voldoende duidelijk dat het auteursrecht op de advertentietekst wordt overgedragen aan [naam eiser]. [naam gedaagde] heeft hier onvoldoende tegenin gebracht. Nog los van het feit dat dit verweer pas op een zeer laat tijdstip door [naam gedaagde] naar voren is gebracht, kan het niet slagen omdat het onvoldoende is onderbouwd. Gelet op de door [naam eiser] overgelegde stukken ziet de rechtbank geen aanleiding om te betwijfelen dat Brand on-Point de maker van de advertentietekst is. Het enkele feit dat de factuur van eerdere datum is dan de datum waarop de opdrachtbevestiging is ondertekend maakt dat niet anders. Niet uit te sluiten is dat, zoals [naam eiser] ter zitting heeft gesteld, de opdrachtbevestiging pas is ondertekend ná totstandkoming van de tekst en de facturering daarvan.

4.14. [naam eiser] heeft een vergelijking gemaakt tussen zijn advertentietekst voor de handschoen “Xamax” en de advertentietekst van [naam gedaagde] voor de handschoen “Docci”. Deze vergelijking stond in de sommatie van 7 september 2021 en is opgenomen in bijlage 1 bij dit vonnis, welke bijlage deel uitmaakt van het vonnis. [naam gedaagde] heeft de stelling van [naam eiser] dat hij zijn advertentietekst aan die van [naam eiser] heeft ontleend niet betwist. Integendeel, ter zitting is door [naam gedaagde] erkend dat hij, toen hij de handschoenen “Docci” via bol.com te koop wilde gaan aanbieden, een vergelijkbare advertentie heeft gezocht en deze heeft overgenomen en op enkele punten heeft aangepast. Uit bijlage 1 bij dit vonnis blijkt dat de advertentietekst één-op-één door [naam gedaagde] is overgenomen, inclusief de volgende fouten:

- “accesoires” in plaats van “accessoires”,

- “tevredenheids garantie” in plaats van “tevredenheidsgarantie” en

- “Bent je niet tevreden over je aankoop?” in plaats van “Ben je niet tevreden over je aankoop?”.

De door [naam gedaagde] aangebrachte wijzigingen betreffen slechts de hittebestendigheid (van 500 °C naar 800 °C) en de merknaam (“Xamax” is vervangen door “Docci”). Dit alles leidt tot de conclusie dat de advertentietekst die [naam gedaagde] gebruikte voordat hij werd gesommeerd door [naam eiser], moet worden beschouwd als een vrijwel volledige verveelvoudiging van de advertentietekst van [naam eiser]. Dat [naam gedaagde] daarvoor geen toestemming had van [naam eiser] staat vast. [naam gedaagde] heeft daarom inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [naam eiser].

4.17. Nadat de dagvaarding was uitgebracht, heeft [naam gedaagde] de tekst nog eens aangepast op 6 december 2021. Ter zitting heeft [naam eiser] meegedeeld dat daarmee ook volgens haar geen sprake meer was van inbreuk. Ter zitting hebben partijen afgesproken dat door [naam gedaagde] een onthoudingsverklaring zal worden ondertekend.