19 dec 2017
Staat niet vast dat de BMW-i-domeinnamen door gedaagde is geregistreerd
Hof Arnhem-Leeuwarden 19 december 2017, IEF 17445, ECLI:NL:GHARL:2017:11216 (BMW-i1-9.com) Domeinnaam. Kort nadat in de media melding is gemaakt van de namen van de nieuwe elektrische auto's die BMW ontwikkelt, zijn de domeinnamen bmw-i1, bmw-i2, etc. bmw-i9.com geregistreerd. Deze zijn middels een account van Innofab bij TransIP aangevraagd aan aan geïntimeerde geregistreerd. Na sommatie wordt voorkomen dat de domeinnamen aan een Braziliaanse partij worden overgedragen middels een ex parte bevel. Gezien de e-mail van een medewerker van TransIP over dat het systeem van geïntimeerde is gebruikt vanuit Sao Paulo en gezien de ontkennende verklaring van geïntimeerde, is niet vast komen te staan dat het geïntimeerde was die de domeinnamen hebben geregistreerd of betrokken was bij de registratie. Niet is komen vast te staan dat geïntimeerde de inbreukmakende domeinnamen heeft geregistreerd, noch dat hij daarvoor verantwoordelijk is.
5.6 De heer [de medewerker] van TransIP heeft in een e-mail aan mr. Overdijk van 20 februari 2014 het volgende geschreven:
“Verder wil er wel op wijzen dat, volgens de screenshots in het bijgeleverde document, de heer [geïntimeerde] niet de partij is welke de registratie heeft uitgevoerd, maar dat dit is gedaan door een partij uit Sao Paolo. Het systeem van de heer [geïntimeerde] lijkt voor deze doeleinden te zijn gebruikt, iets wat ook verder automatisch gedaan had kunnen zijn.”
5.7 Tijdens pleidooi in hoger beroep is deze passage uit de e-mail van [de medewerker] aan de orde gekomen. Mr. Overdijk heeft bevestigd dat de in de passage genoemde screenshots niet in het geding zijn gebracht. Mr. Overdijk heeft ter zitting in dit verband verder verklaard dat de genoemde passage zou kunnen bevestigen dat de registratie vanuit Sao Paulo is gebeurd, en dat Miguel P. dit gedaan zou hebben. Vooral in het licht van de verklaring van [de medewerker] en mede gezien de ontkenning van [geïntimeerde] tijdens zijn verhoor als getuige, is niet komen vast te staan dat het [geïntimeerde] was die de Domeinnamen heeft geregistreerd en ook niet dat hij betrokken was bij inrichting en exploitatie van de websites. De stelling dat [geïntimeerde] met Miguel P. zou hebben samengewerkt heeft [geïntimeerde] betwist en is in dat licht door BMW onvoldoende uitgewerkt.
5.8 Het hof verwerpt de stellingen van BMW, dat voor het geval niet komt vast te staan dat [geïntimeerde] de Domeinnamen heeft geregistreerd, deze registratie als onrechtmatige daad aan [geïntimeerde] kan worden toegerekend. Onvoldoende voor aansprakelijkheid van [geïntimeerde] is dat de registratie is verricht met het account van Innofab, een vennootschap waarvan [geïntimeerde] indirect bestuurder en aandeelhouder was, en dat de Domeinnamen op naam van [geïntimeerde] zijn gezet. Dat [geïntimeerde] verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen binnen Innofab, maakt niet dat hij persoonlijk aansprakelijk is voor een onrechtmatige registratie met behulp van het account van Innofab, ook zonder dat hij betrokken was bij deze registratie. Voor een dergelijke vergaande toerekening is geen plaats. Dat Innofab de facturen voor de registratie van de Domeinnamen heeft betaald, maakt een en ander niet anders. Enerzijds heeft BMW te weinig uitgewerkt, waarom het laten voortduren van een door een ander gecreëerde onrechtmatige situatie in dit geval een onrechtmatige daad van [geïntimeerde] zou opleveren. Anderzijds heeft BMW ook te weinig uitgewerkt, waarom [geïntimeerde] aan de hand van de ontvangen facturen had moeten begrijpen dat hij actie moest ondernemen ter beëindiging van deze door een ander gecreëerde onrechtmatige situatie. Daarbij is van belang dat Innofab ongeveer honderd domeinnamen had geregistreerd via TransIP en dat het abonnementsgeld € 6 à € 7 voor het eerste jaar is. Verder heeft BMW haar stelling dat [geïntimeerde] in zijn hoedanigheid van bestuurder van Innofab persoonlijk een ernstig verwijt ervan kan worden gemaakt dat zoveel personen beschikten over de inlogcode van het account van Innofab bij TransIP, te weinig uitgewerkt, zodat het hof daaraan voorbij gaat. Deze omstandigheid, ook tezamen genomen met het verwijt dat [geïntimeerde] de inlogcode van het account bij TransIP niet regelmatig heeft gewijzigd, is onvoldoende voor een gegrond beroep op bestuurdersaansprakelijkheid.
5.9 [geïntimeerde] heeft aangevoerd dat hij het niet in zijn macht had om de registratie van de Domeinnamen over te schrijven naar BMW, omdat hij niet in het bezit was van het token dat door TransIP was afgegeven bij de registratie van de Domeinnamen (nr. 13 conclusie van antwoord, uitgewerkt op p. 2 pleitnota in hoger beroep). Hij heeft Miguel P. onder druk gezet om het token aan BMW te verschaffen, zodat daarmee de overdracht naar BMW mogelijk was. Dit is op of rond 20 september 2011 gebeurd. In het licht van dit verweer, de opmerking van [de medewerker] van TransIP dat de registratie van de Domeinnamen is geschied vanuit Sao Paulo, de door BMW tijdens het pleidooi geciteerde zin uit de e-mail van Miguel P. aan haar van 20 september 2011 dat [geïntimeerde] er niets mee te maken had (“also I have to tell you that M. [geïntimeerde] have nothing to do with it”) en het feit dat Miguel P. de Domeinnamen heeft overgedragen aan BMW, heeft BMW onvoldoende uitgewerkt gesteld dat dit token toch aan [geïntimeerde] ter beschikking is gesteld. Aan bewijslevering op dit punt wordt daarom niet toegekomen. Daardoor is ook niet komen vast te staan dat [geïntimeerde] de Domeinnamen heeft overgedragen aan Miguel P., en al helemaal niet dat dit op onrechtmatige wijze is gebeurd. Ook deze stelling van BMW is niet gegrond.