Gepubliceerd op dinsdag 20 oktober 2020
IEF 19505
Rechtbank Den Haag ||
30 sep 2020
Rechtbank Den Haag 30 sep 2020, IEF 19505; ECLI:NL:RBDHA:2020:9999 (Stichting de Thuiskopie tegen Imation), https://delex.nl/artikelen/staat-veroordeeld-tot-schadevergoeding-voor-onjuiste-thuiskopieheffing

Uitspraak ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen.

Staat veroordeeld tot schadevergoeding voor onjuiste thuiskopieheffing

Rechtbank Den Haag 30 september 2020, IEF 19505, IT 3280; ECLI:NL:RBDHA:2020:9999 (Stichting de Thuiskopie tegen Imation) Thuiskopievergoeding. Vervolg op het tussenvonnis van 13 februari 2019. Zie eerder [IEF 17161], [IEF 16925], [IEF 16637], [IEF 14984] en [IEF 13010].  In deze uitspraak worden twee zaken behandeld: de incassozaak tussen Thuiskopie en Imation en de restitutiezaak tussen Imation en Thuiskopie en de Staat. In de incassozaak vordert Thuiskopie een bedrag aan niet betaalde thuiskopievergoeding. In de restitutieprocedure vordert Imation restitutie van te veel betaalde thuiskopievergoeding. Imation stelt dat zij op drie gronden (de A-grond, B-grond en C-grond) in strijd met artikel 5 lid 2 Arl teveel thuiskopieheffing heeft betaald.

De vorderingen van Imation slagen, maar De Thuiskopie hoeft de onverschuldigd betaalde thuiskopievergoeding niet terug te betalen, omdat dit zou leiden tot ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank oordeelt dat Imation de heffingen heeft verdisconteerd in haar prijzen en dat De Thuiskopie de ontvangen bedragen gereparteerd heeft aan de door haar vertegenwoordigde rechthebbenden. Terugbetaling van het onverschuldigd betaalde zou dan leiden tot een verarming van De Thuiskopie en tot een verrijking van Imation (rov. 3.27 – 3.32). Omdat Imation haar betalingen had ingehouden wordt Imation ook veroordeeld tot alsnog betaling van een deel van hetgeen zij had ingehouden (rov. 3.90).

In de restitutieprocedure wordt voor recht verklaard dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens Imation en wordt veroordeeld tot een schadevergoeding een schadevergoeding gelijk aan 59% van de door Imation voor cd’s aan Thuiskopie betaalde thuiskopievergoeding en 54% van de door Imation voor dvd’s betaalde thuiskopievergoeding (rov. 3.33 – 3.87).

3.87.

Het vorenstaande leidt er dus toe dat de Staat veroordeeld wordt tot betaling van een bedrag gelijk aan 59% van de door Imation voor cd’s aan Thuiskopie betaalde thuiskopievergoeding in de relevante periode en een bedrag gelijk aan 54% van de door haar voor dvd’s betaalde thuiskopievergoeding in de relevante periode. Dit is een schattenderwijs begroot bedrag, uitgaande van de feitelijke gegevens die zijn gebruikt bij de beoordeling van het geschil over de vraag of de thuiskopievergoeding daadwerkelijk te hoog was vastgesteld op grond B en C. Verwijzing naar de schadestaatprocedure is gezien de gegevens die voorhanden zijn en de uitgebreide partijdiscussie daarover niet nodig. Daarbij weegt voor de rechtbank mee dat de schade zich ook in een schadestaatprocedure alleen, zoals nu is gedaan, schattenderwijs zal laten begroten aan de hand van de nu reeds bekende feitelijke gegevens.