Te weinig creatieve elementen
Hof van Beroep Antwerpen, 2 mei 2006, 2005/AR/1565. N.V. Code tegen Mercis B.V. & Dick Bruna. (Met dank aan Joris Deene, Universiteit Gent)
Hoger beroep in de zaak Belgische Lijntje-zaak (eerdere berichten hier)
De eerste rechter verwierp het argument van (het inmiddel opgeheven) tijdschift Deng dat er sprake was van een parodie en ook in hoger beroep komt de rechter tot dezelfde conclusie. Het hof van beroep te Antwerpen oordeelt dat de door Deng ingeroepen parodie onvoldoende verschillend is van het origineel, aangezien er door Deng te weinig creatieve elementen zijn toegevoegd om op zich een origineel werk uit te maken. Door de voorstelling van het onschuldige kinderfiguur Nijntje als gebruiker van verboden substanties wordt het levenswerk van Dick Bruna volgens het hof bovendien verminkt. De beweerde parodie beperkt zich immers niet tot een humoristische-kritische benadering van de auteursrechtelijke figuur maar tast door de denigrerende voorstelling de eer en de reputatie van Dick Bruna aan.
Interessant is het feit dat het hof van beroep het argument van de vrije meningsuiting terzijde schoof. Het in artikel 10 EVRM gewaarborgd recht staat de bescherming van de originaliteit van de wijze waarop een maker van een werk zijn ideeën uitdrukt niet in de weg. De auteurswet voorziet volgens het hof van beroep in een aantal uitzonderingen in het voordeel van de vrije meningsuiting, onder meer voor de parodie, doch deze uitzondering kon in deze zaak niet toegepast worden aangezien er sprake is van een slaafse kopie en niet om een parodie.
Lees het arrest hier.