6 okt 2016
Terughoudendheid publicatie namen en portretten verdachten nog steeds de gangbare praktijk
Vzr. Rechtbank Amsterdam 6 oktober 2016, IEF 16307; ECLI:NL:RBAMS:2016:6282 (vlinderscrime.nl) Portretrecht. Onrechtmatige publicatie; beschuldigingen van zware misdrijven aan het adres van twee mannen gedaan op een misdaadblog. Een journalist mag onbevestigde geruchten publiceren, als het in de praktijk onmogelijk blijkt om gedetailleerde feiten te vergaren, zolang hij daarbij zorgvuldig (professioneel en te goeder trouw) te werk gaat. De belangenafweging valt in het voordeel van de blogger uit. Wel moet hij portretfoto’s van de twee mannen van zijn blog verwijderen en mag hij de volledige namen van de mannen niet noemen. De publicatie van die persoonsgegevens levert een disproportionele inbreuk op hun privacy op.
4.9. Het gebrek aan verificatiemogelijkheden in dit soort gevallen zou betekenen dat het voor een journalist een bijna onmogelijke opgave is om te publiceren over misdrijven in de zware criminaliteit voordat het OM haar opsporingsresultaten bekend maakt in een strafrechtelijke procedure. Dat zou een te vergaande beperking opleveren van de vrijheid en de taak van de journalist om het publiek te informeren over misstanden van de meest ernstige aard die de samenleving raken.
4.15. [eiser 2] en [eiser 1] maken tevens bezwaar tegen de publicatie van hun volledige namen en portretfoto’s in de verschillende publicaties op vlinderscrime.nl. Zij beroepen zich daarbij op hun portretrecht en op hun recht tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
4.16. Artikel 21 van de Auteurswet beschermt de geportretteerde door via een wettelijke zorgvuldigheidsnorm een vergaande aanspraak te geven tegen publicatie. In beginsel is sprake van een redelijk belang van de geportretteerde om zich tegen de openbaarmaking van zijn portret te verzetten, indien deze openbaarmaking inbreuk maakt op zijn recht op privacy. Of van een dergelijke inbreuk sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval, met name van de wijze waarop en de mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, terwijl ook het karakter van de foto en de context van de publicatie van belang kunnen zijn.
4.17. Verder geldt dat in de Nederlandse pers terughoudendheid wordt betracht bij de publicatie van namen en portretten van verdachten en veroordeelden, vanwege hun algemeen aangenomen belang om niet met portret en al in de publiciteit te komen. Een en ander is in lijn met de richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek. Dat stemmen opgaan om de mogelijkheid tot het noemen van volledige persoonsgegevens te verruimen, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, neemt niet weg dat terughoudendheid nog steeds de gangbare praktijk is. Voor [eiser 2] en [eiser 1] , die zoals gezegd (vooralsnog) niet als verdachten in beeld zijn in de zaak 26Koper, geldt te meer dat terughoudendheid geboden is bij de openbaarmaking van hun portret en volledige naam.
4.18. Het gaat hier om een uiterst negatieve publicatie over [eiser 2] en [eiser 1] . Voor het bereiken van het doel van [gedaagde] – het ontmaskeren van [eiser 2] en [eiser 1] als de verantwoordelijken voor een groot aantal liquidaties – is het niet nodig hun portretfoto’s of volledige namen te publiceren. [eiser 2] en [eiser 1] zijn geen publieke figuren en zij hebben niet zelf de publiciteit gezocht. Publicatie van de foto’s van [eiser 2] en [eiser 1] en vermelding van hun volledige namen levert in de gegeven omstandigheden een disproportionele inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer op. Dat foto’s van [eiser 1] al op internet circuleren, zoals [gedaagde] stelt, ontneemt [eiser 1] niet zijn belang bij verwijdering van zijn portretfoto’s van vlinderscrime.nl. [gedaagde] zal de foto’s van [eiser 2] en [eiser 1] dan ook moeten verwijderen van zijn website. Deze voorziening kan worden aangemerkt als het mindere van het onder 3.1 (i) en (ii) gevorderde. Ook zal [gedaagde] de (bestaande en toekomstige) berichten op vlinderscrime.nl moeten aanpassen in die zin dat dat hij [eiser 2] en [eiser 1] uitsluitend mag noemen bij hun achterletter, hooguit in combinatie met hun voorletter of voornaam (dus voor [eiser 2] : [eiser 2] ., [eiser 2] . of [eiser 2] . en voor [eiser 1] : [eiser 1] ., [eiser 1] of [eiser 1] .). Deze voorziening kan worden aangemerkt als het mindere van het onder 3.1 (i), (ii) en (v) gevorderde. De uit te spreken veroordelingen zullen gelden totdat een rechter anders beslist. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat publicatie van dit vonnis door [gedaagde] slechts is geoorloofd als hij de namen van [eiser 2] en [eiser 1] daarin aanpast als hiervoor bedoeld.
4.19. Uit hetgeen hiervoor 4.1 tot en met 4.18 is overwogen volgt dat de op te leggen beperkingen van de uitingsvrijheid van [gedaagde] noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.