Traptreden in een lint
Vzr. Rechtbank Breda, 20 oktober 2010, KG ZA 10-522, Dirrix tegen Eestairs Nederland B.V. (met dank aan Rutger van Rompaey, QuestIE).
Auteursrecht. Architect (eiser) stelt auteursrechthebbende te zijn met betrekking tot een trap met “traptreden in een lint van 'gevouwen' stripstaal” (afbeelding, links) en maakt bezwaar tegen de door gedaagde aangeboden ZigZagtrap (rechts). De vorderingen worden toegewezen. Opdrachtgeversauteursrecht niet aannemelijk gemaakt. Geen overtuigende prior art. Totaalindrukken “maken te weinig verschillen.” Inbreuk aangenomen. In citaten:
3.4. Het verweer van Eestairs dat Dirrix geen auteursrechthebbende is, wordt als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. Eestairs heeft enkel aangevoerd dat het niet uitgesloten is dat de opdrachtgever van de bewuste woning auteursrechthebbende is omdat wel eens sprake zou kunnen zijn van een eigen uitgewerkt idee van de opdrachtgever. Eestairs kan echter, mede in het licht van de door Dirrix overgelegde producties 3 en 10, niet volstaan met het uiten van vermoedens. Zij had haar verweer nader dienen te concretiseren. Aannemelijk is derhalve dat Dirrix de maker van de trap is en mitsdien auteursrechthebbende.
(..) 3.6. (…) Anders dan Eestairs meent, kan op grond van de overgelegde foto's in voldoende mate worden beoordeeld of de trap van Dirrix voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. De totaalindruk van de trap van Dirrix wordt met name bepaald door de uitvoering van de traptreden in een lint van 'gevouwen' stripstaal waarbij telkens twee treden (om en om) aan één zijde met elkaar verbonden zijn. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Dirrix bij de vormgeving van de trap wel degelijk, voor het bereiken van het beoogde technische resultaat niet noodzakelijke, subjectieve keuzes gemaakt, die juist de totaalindruk van de trap bepalen en die hebben geresulteerd in een oorspronkelijk ontwerp met eigen karakter dat het persoonlijke stempel van de maker draagt. De vorm en het uiterlijk van de trap van Dirrix wijken zodanig af van de door Dirrix overgelegde reeds eerder in de handel gebrachte trappen, dat daaruit in voldoende mate blijkt van persoonlijke, creatieve keuzes van Dirrix als maker.
Eestairs heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat de door haar overgelegde ontwerpen van trappen (productie 2 en 4) eerder op de markt zijn gebracht dan de trap van Dirrix, zodat het verweer dat de trap van Dirrix niet nieuw is wordt gepasseerd. Uit het vorenstaande volgt dat de trap van Dirrix als werk in de zin van artikel 10 lid 1 Aw moet worden aangemerkt en aldus voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.
3.7. Ten slotte dient te worden beoordeeld of Eestairs inbreuk op dit recht heeft gemaakt. Vergelijking van de beide trappen wijst uit dat de ZigZag trap in zodanige mate auteursrechtelijk beschermde trekken van de trap van Dirrix vertoont dat de totaalindrukken die de beide trappen maken te weinig verschillen om te kunnen oordelen dat de ZigZag trap als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt. Ook de ZigZag trap van Eestairs heeft de kenmerkende uitvoering van de traptreden in een lint van 'gevouwen' stripstaal waarbij telkens twee treden (om en om) aan één zijde met elkaar verbonden zijn. De aanwezige verschillen zijn van ondergeschikte betekenis en doen niet af aan de overeenstemmende totaalindruk. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter vertonen de beide trappen zoveel gelijkenis dat dit geen toeval kan zijn.Aan de stelling van Eestairs dat de trap van Dirrix niet en de ZigZag trap wel zou voldoen aan bouwvoorschriften doet aan het vorenstaande niet af.
3.8. Uit het vorenstaande volgt dat Eestairs met de ZigZag trap inbreuk maakt op het aan Dirrix toekomende auteursrecht.
Lees het vonnis hier.